H3 Grammatica 30 zinsdeelstukken

Welkom havo 3


Grammatica 30 (zinsdeelstukken)

Tekst
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom havo 3


Grammatica 30 (zinsdeelstukken)

Tekst

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  1. 10 minuten lezen
  2. Huiswerk nakijken --> opdr. 2 + 3 (p. 123)
  3. Wat is er blijven hangen van vorige lessen?
  4. Grammatica 30: zinsdeelstukken
  5. Waar wil je nog extra mee oefenen? 
  6. Afsluiting en vooruitblik

Slide 2 - Tekstslide

10 minuten lezen
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht 2 nakijken
a De Nederlandse schatkist | loopt | jaarlijks | 22 miljard euro |mis.
  - persoonsvorm: loopt
  - onderwerp: De Nederlandse schatkist
  - werkwoordelijk gezegde: loopt mis
 b De boete voor het gebruik van een telefoon op de fiets | zal | 95 euro | worden.
  - persoonsvorm: zal
 - onderwerp: De boete voor het gebruik van een telefoon op de fiets
  - werkwoordelijk gezegde: zal worden
 c Tijdens het duel in de Kuip | kregen | de oud-teamgenoten | het | meerdere malen | met elkaar | aan de stok.
  - persoonsvorm: kregen
  - onderwerp: de oud-teamgenoten
  - werkwoordelijk gezegde: kregen

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 3 nakijken
a De Duitse auto-industrie | ondervindt | veel hinder van de wereldwijde handelsperikelen.
  - lijdend voorwerp: veel hinder van de wereldwijde handelsperikelen
  - meewerkend voorwerp: -
  - bijwoordelijke bepaling: -
 b De bestuurder van een minigraafmachine | heeft | een ravage | aangericht | in een nieuw hotel in het Britse Liverpool.
  - lijdend voorwerp: een ravage
  - meewerkend voorwerp: -
  - bijwoordelijke bepaling: in een nieuw hotel in het Britse Liverpool
 c Kiki Bertens | heeft | zich | maandag | eenvoudig | geplaatst | voor de tweede ronde van de Australian Open.
  - lijdend voorwerp: -
  - meewerkend voorwerp: -
  - bijwoordelijke bepaling: maandag, eenvoudig

Slide 5 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen redekundig en taalkundig ontleden?

Slide 6 - Open vraag

Hoe noem je het zinsdeel 'heeft gescoord'?
Gebruik de afkorting.

Hij heeft afgelopen weekend wel drie keer gescoord bij die wedstrijd.

Slide 7 - Open vraag

Hoe noem je het zinsdeel 'afgelopen weekend'?
Gebruik de afkorting.

Hij heeft afgelopen weekend wel drie keer gescoord bij die wedstrijd.

Slide 8 - Open vraag

Ontleed deze zin (zin in zinsdelen verdelen en alle zinsdelen benoemen):

Hij heeft zijn vader een boek voor zijn verjaardag gegeven.

Slide 9 - Open vraag

Ontleed deze zin (zin in zinsdelen verdelen en alle zinsdelen benoemen):

Vouwen jullie het tafelkleed na het eten op?

Slide 10 - Open vraag

Grammatica 30

Doel
Je leert wat zinsdeelstukken zijn.
Je leert een bijvoeglijke bepaling en een bijstelling herkennen. 

 


Slide 11 - Tekstslide

De bijvoeglijke bepaling
  • De bijvoeglijke bepaling is geen zinsdeel, maar een onderdeel van een zinsdeel. 
  • De bijvoeglijke bepaling zijn alle bijvoeglijke naamwoorden of extra informatie voor of na een zelfstandig naamwoord
vb:
Het waren lange, warme, zonnige dagen
Je hebt de loterij van deze maand gewonnen!

Slide 12 - Tekstslide

Noteer de bijvoeglijke bepaling(en).

Hij heeft een mooie, nieuwe fiets.

Slide 13 - Open vraag

Noteer de bijvoeglijke bepaling(en).

Ze dronk drie glazen Italiaanse wijn.

Slide 14 - Open vraag

Bijstelling
  • Een bijstelling is een bijzonder soort bijvoeglijke bepaling. 
  • Een bijstelling staat altijd tussen twee komma's of na een komma. 
  • Een bijstelling herhaalt een zaak of persoon, maar met andere woorden. 


(1) Ajax, de voetbalclub van Amsterdam, heeft gisteren de wedstrijd gewonnen.
(2) Ik kreeg les van mevrouw Wijnen, een docent Nederlands op het KWC.

Slide 15 - Tekstslide

Wat is de bijstelling?

Mevrouw Wijnen, docent op hét KWC, is dol op online shoppen.
A
'Mevrouw Wijnen' is een bijstelling.
B
'docent op hét KWC' is een bijstelling.

Slide 16 - Quizvraag

Noteer de bijstelling.

De oude dame droeg haar mooiste juwelen, een gouden ketting met bijpassende oorbellen, alleen op feestdagen.

Slide 17 - Open vraag

Noteer de bijstelling.

De burgemeester van Amsterdam, Femke Halsema, was vroeger lijsttrekster van GroenLinks.

Slide 18 - Open vraag

Noteer de bijstelling.

Ik was op vakantie met mijn ouders in Frankrijk, een prachtig land.

Slide 19 - Open vraag

Wat is juist?

Diana is de beroemdste prinses van Engeland.
A
is = bwb
B
beroemdste = bijstelling
C
van Engeland = bvb bij prinses
D
Diana is = ond

Slide 20 - Quizvraag

Wat is juist?

Henk, de broer van mijn moeder, las de post van mijn oma.
A
Henk = bijstelling
B
de post = lv
C
van mijn oma = bvb bij post
D
van mijn oma = mv

Slide 21 - Quizvraag

Wat is juist?

De barbecue van de buren was gezellig.
A
De barbecue = ond
B
was gezellig = mv
C
van de buren = bijstelling
D
was = wwg

Slide 22 - Quizvraag

Wat is juist?

Over de Rijn, de mooiste rivier van Nederland, voer een gigantische tanker.
A
een gigantische tanker = lv
B
voer = mv
C
Over de Rijn = bwb
D
de mooiste rivier van Nederland = bijstelling

Slide 23 - Quizvraag

Wat is juist?

Meneer Jansen is de beste mentor op het KWC.

A
beste = bvb bij mentor
B
de beste mentor op het KWC = bijstelling
C
is = wwg
D
de beste mentor op het KWC = lv

Slide 24 - Quizvraag

Grammatica: waar wil je nog extra mee oefenen?
Woordsoorten
Zinsdelen
Zinsdeelstukken
Woordsoorten en zinsdelen
Woordsoorten en zinsdeelstukken
Zinsdelen en zinsdeelstukken
Woordsoorten, zinsdelen en zinsdeelstukken

Slide 25 - Poll

Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: 
  • Huiswerk: maken opdr. 5a, 5d, 6, 7a, 7b, 7c (p. 124 + 125) + leren p. 198
  • Meenemen: LAPTOP, leesboek, schrift, pen en boek
  • Programma: grammatica 30 samengestelde zinnen

Slide 26 - Tekstslide