Kunstmatige conserveermiddelen: sulfiet in frisdranken
Additieven: kleur, geur en smaakstoffen om voedsel aantrekkelijker te maken
Slide 7 - Tekstslide
0
Slide 8 - Video
Leerdoelen
Je kunt het verschil uitleggen tussen voedingsmiddel en voedingsstof
Je kunt de functies van alle voedingsstoffen benoemen
Je kunt uitleggen hoe je voedingsstoffen kunt aantonen
Slide 9 - Tekstslide
Voedingsmiddel: Alles wat je eet en drinkt
Voedingsstoffen: zitten in voedingsmiddelen
Slide 10 - Tekstslide
Voedingsstoffen
6 groepen: eiwitten, koolhydraten, vetten, water, mineralen en vitaminen
Voedingsvezels kunnen niet worden verteerd, maar zijn wel belangrijk voor de stoelgang
Slide 11 - Tekstslide
Eiwitten
Bouwstof Cellen bestaan voor een groot deel uit eiwit Enzymen zijn eiwitten Geen reservestof
Slide 12 - Tekstslide
Koolhydraten
Glucose, suiker en zetmeel Plantaardige voeding Brandstof, bouwstof en reservestof Zetmeel en suiker worden omgezet tot glucose: verbranding Deel wordt glycogeen (reservestof) of vet
Slide 13 - Tekstslide
Vetten
Brandstof, bouwstof en reservestof
Onverzadigd (bouwstof van bijv. celmembranen) of verzadigd (brandstof maar al het teveel wordt opgeslagen)
Slide 14 - Tekstslide
Water
Bouwstof Het grootste deel van je lichaam is water Ook voor vervoer in je lichaam (bloed, lymfe, cytoplasma)
Slide 15 - Tekstslide
Mineralen
Zouten Calcium, fluoride, ijzer, natrium, kalium etc. Bouwstof en beschermende stof Opbouw beenderen Maken van hemoglobine Weinig van nodig (keukenzout vaak zelfs te veel)
Slide 16 - Tekstslide
Vitaminen
Beschermende stof Zit meestal genoeg in je eten Sommigen zijn schadelijk als je teveel binnen krijgt A, B, C, D, E en K Gevarieerd eten!!!
Slide 17 - Tekstslide
Voedingsstof aantonen
Indicator
Slide 18 - Tekstslide
Leerdoelen
Je weet wat gezonde voeding is (adviezen en schijf van vijf)
Je kunt uitleggen wat kilocalorie en grondstofwisseling inhoudt
Je kunt uitleggen wanneer je te dik of te dun kunt worden en wat voor risico's dit geeft
Slide 19 - Tekstslide
Gezond eten
Variatie Veilig voedsel: Is je voedsel besmet dan kun je een voedselvergiftiging oplopen
Slide 20 - Tekstslide
Adviezen en schijf van vijf
Slide 21 - Tekstslide
Grondstof wisseling
de hoeveelheid energie die je verbruikt in rust.
Slide 22 - Tekstslide
Energie behoefte
Kilocalorie (kcal)
of
kiloJoules
(kJ)
Slide 23 - Tekstslide
Wat is gezond?
Als je meer beweegt dan dat je eet: te dun Als je meer eet dan je beweegt: te dik
Sommige mensen schatten zichzelf verkeerd in: die kunnen een eetstoornis krijgen
Slide 24 - Tekstslide
De organen voor vertering
Slide 25 - Tekstslide
Speeksel en enzymen
Slide 26 - Tekstslide
Oppervlaktevergroting
Slide 27 - Tekstslide
Slikken
Slide 28 - Tekstslide
De maag
Slide 29 - Tekstslide
Organen
Slide 30 - Tekstslide
Emulgeren
Slide 31 - Tekstslide
Dunne darm vooral water toevoegen en kneden en voedingstoffen opnemen
Slide 32 - Tekstslide
Blinde darm, dikke darm( water terug opnemen en indikken) endeldarm opslaan
Slide 33 - Tekstslide
Basisstof 6: Planteneters, alleseters en vleeseters
Slide 34 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt het verschil uitleggen tussen kiezen en tanden
Je kunt de onderdelen van de tand benoemen
Je kunt uitleggen wat de verschillen zijn tussen planteneters, alleseters en vleeseters