HV1B 22-3-2021

Aardrijkskunde HV1B




22 maart 2021
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Aardrijkskunde HV1B




22 maart 2021

Slide 1 - Tekstslide

Wat heb je nog onthouden
van de vorige les?

Slide 2 - Woordweb

Oriëntatie
  • Huiswerk afgerond?
  • Leerdoelen
       - je weet dat de aarde dankzij de atmosfeer een leefbaar klimaat heeft
       - je begrijpt welke invloed de breedteligging en hoogteligging hebben op 
         de temperatuur

Slide 3 - Tekstslide

Lesplanning
  • Uitleg §3.2 (15 min)
       - Hoogteligging en temperatuur
       - Breedteligging en temperatuur
  • Maken  §3.2 (20 min)
       Opdracht 1 t/m 3

Slide 4 - Tekstslide

Uitleg §3.2

Slide 5 - Tekstslide

Wat weet je al over de atmosfeer/dampkring?

Slide 6 - Woordweb

Wat gebeurt er met de temperatuur als je een bergtop gaat beklimmen?

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

In het dal op 1.000 meter is het 16 °C en de bergtop is 5.000 meter hoog.
Wat is de temperatuur op de bergtop?
A
10 °C
B
4 °C
C
-2 °C
D
-8 °C

Slide 10 - Quizvraag

Hoe komt het dat het steeds kouder wordt als je omhoog gaat?

Slide 11 - Open vraag

Dichtbij de evenaar is de temperatuur ...
A
hoger
B
lager

Slide 12 - Quizvraag

Op de Noordpool en Zuidpool is de temperatuur ...
A
hoger
B
lager

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de regel voor de breedteligging en de temperatuur?

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Waardoor is het op hoge breedte kouder dan op lage breedte?

Slide 17 - Open vraag

Op welke breedte moet de zon het kleinste oppervlak verwarmen?
A
5° N.B.
B
30° N.B.
C
50° N.B.
D
80° N.B.

Slide 18 - Quizvraag

Op welke breedte staat de zon laag aan de hemel?
A
5° N.B.
B
30° N.B.
C
50° N.B.
D
80° N.B.

Slide 19 - Quizvraag

Soorten steden
  • Megasteden: minimaal 10 miljoen inwoners; vooral in arme landen
  • Wereldsteden: belangrijke rol voor de economie, politiek of cultuur wereldwijd; vooral in rijke landen
  • Hoofdsteden: meestal de plek waar de regering zit
  • Primate cities: 1e stad is veel groter dan 2e stad van het land; 1e stad minimaal 2x zoveel inwoners als 2e stad 
Aan het werk
Wat?
Lezen §3.2
Maken §3.2: opdracht 1 t/m 3
Waar?
Werkboek of digitaal lesmateriaal
Hoe?
20 minuten; zelfstandig of samenwerken
Vragen via chat of microfoon
Klaar?
Maken §3.2: opdracht 4 en 5

Slide 20 - Tekstslide

Afsluiting

Slide 21 - Tekstslide

Huiswerk voor 25-3
  • Maken §3.2: opdracht 1 t/m 3

Slide 22 - Tekstslide

Wat heb je vandaag
geleerd?

Slide 23 - Woordweb