Iemand in staat stellen: iemand de gelegenheid of middelen verschaffen
Gunstig stemmen: naar de mond praten, vleien om iemands gedrag te beïnvloeden
Een afkeer van iemand hebben: sterk gevoel van weerzin tegenover personen die men niet lijden kan
Blijk geven van: datgene waaruit iets blijkt; bewijs, teken