PGZ Les 23 juni

Les 23 juni; 'Participatie en belemmeringen'.
Maak deze les in je eigen tempo.
 

Maatschappelijke belemmeringen
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Les 23 juni; 'Participatie en belemmeringen'.
Maak deze les in je eigen tempo.
 

Maatschappelijke belemmeringen

Slide 1 - Tekstslide

Deelnemen  
Veel mensen met een beperking willen graag deelnemen.
GELIJKWAARDIG en VOLWAARDIG medemens zijn.

Toch lukt dit niet altijd. Redenen kunnen zijn:
  • beperking van de cliënt
  • de maatschappij
  • ondersteuning vs realiteit

Slide 2 - Tekstslide

Wat zijn volgens jullie mogelijke belemmeringen voor mensen met een beperking?

Slide 3 - Open vraag

Wat komt veel voor?
  • Opvatting over hulpverlening
  • Technisch / bereikbaarheid
  • Afstand tot arbeidsmarkt
  • Onderwijs (is er passend onderwijs)
  • Financieel: uitkeringen, kosten
  • Sociaal gebied

Slide 4 - Tekstslide

Ongewenste reacties
Iemand met een beperking krijgt te maken met.... medelijden, nieuwsgierigheid, angst, afkeer. 

Vooral mensen met een zichtbare beperking. Ze worden niet voor 'vol' aangezien, hebben niet dezelfde kansen. 

Onzichtbare beperking: onbegrip, frustratie, overvraging. 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Wat valt jou op in het film fragment?

Slide 7 - Open vraag

Discriminatie
  • Vooral pijnlijk voor mensen met LVB: zijn zich er bewust van.
  • Met met ernstige beperking: voelen dat ze niet serieus genomen worden
  • Mensen zoeken de schuld bij zichzelf. Dat heeft negatieve gevolgen voor het zelfbeeld

Slide 8 - Tekstslide

Wat maakt dat er vooroordelen zijn over mensen met een beperking?

Slide 9 - Open vraag

vooroordelen
Geen kwade opzet
Onwetendheid
Vreemd / het wijkt af
Die mensen op afstand houden
Bang voor...agressie? Raar gedrag?
Gebrek aan ervaring / omgang
Onbedoeld de plank mis slaan


Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Wat is volwaardig burgerschap?
A
mensen met beperking hebben het recht mee te doen
B
mensen met beperking hebben recht op compensatie
C
Mensen met een beperking moeten 'positief' gediscrimineerd worden
D
mensen met een beperking hebben recht op eigen voorzieningen

Slide 12 - Quizvraag

Integratie
Mensen met een beperking krijgen nooit een volwaardige plaats in de samenleving zonder INTEGRATIE. 

Integratie is MEER dan aanwezig zijn. Het is gebruik kunnen maken van voorzieningen en geaccepteerd worden. 

Voorbeeld van een integratieproject
  • Uitwisseling tussen SBO en basischool
  • Bewoners van beschermde woonvorm die in zorgcentrum wonen
  • Geïntegreerde dagopvang voor ouderen in een inloophuis

Slide 13 - Tekstslide

Schijnintegratie?
Gewoon waar mogelijk, speciaal waar nodig.
Als voor mensen met een beperking toch allerlei uitzonderingen gelden: is er dan sprake van integratie?

Pieter. Syndroom van Down. Gaat naar een gewone school. 
Hij krijgt andere taken dan klasgenoten. Krijgt geen rapport. Mag niet meedoen met optredens. Niet mee op schoolreisje. 

Slide 14 - Tekstslide

Is Pieter wel echt een leerling van de school? Leg uit.

Slide 15 - Open vraag

Inclusieve samenleving
  • Mensen met een beperking in een 'gewone' woonwijk
  • Levensloopgeschikte woningen
  • Kleinschalig wonen
  • Diensten en zorg aan huis
  • Clubs, verenigingen, voorzieningen 

Slide 16 - Tekstslide

Kwetsbare doelgroepen
Groepen die vaak als kwetsbaar worden beschouwd, zijn mensen:
• met een lichamelijke beperking
• met chronisch psychische problemen
• met een verstandelijke beperking
• met psychosociale (inclusief materiële) problemen
• met lichte opvoed- en opgroeiproblemen
• die betrokken zijn bij huiselijk geweld
• die uitgestoten (dreigen te) worden wegens hun seksuele oriëntatie
• met meervoudige problematiek (waaronder verslaafden)

Slide 17 - Tekstslide

Wat is participatie?
A
Opbouw in gradatie van het niveau van meedoen in de samenleving van mensen.
B
Het als volwaardig burger kunnen deelnemen aan wat er in de samenleving gebeurt.
C
Mensen met een specifieke achtergrond eisen gelijke rechten op.
D
Deelname aan een bepaalde activiteit.

Slide 18 - Quizvraag

In 2016 werd de participatiewet ingevoerd
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de participatiewet?
A
Iedereen die kan werken maar het op de arbeidsmarkt zonder ondersteuning niet redt, valt onder deze regeling. De wet moet ervoor zorgen dat meer mensen werk vinden, ook mensen met een arbeidsbeperking.
B
Alle leerlingen moeten een plek krijgen op een school die past bij hun kwaliteiten en hun mogelijkheden. Scholen bieden daarom extra hulp aan leerlingen die dit nodig hebben, zoals kinderen met leer- of gedragsproblemen
C
Deze wet gaat over de bescherming van persoonsgegevens. Mensen hebben meer privacyrechten, organisaties hebben meer verantwoordelijkheden en de toezichthouder heeft meer bevoegdheden
D
Alles in het universum bestaat uit trilling. De wet gaat over een universele kracht die maakt dat gelijksoortige trillingen elkaar aantrekken.

Slide 20 - Quizvraag

Wie voert de Participatiewet uit?
A
De Belastingdienst
B
De gemeente
C
De Sociale Verzekeringsbank
D
Het UWV

Slide 21 - Quizvraag

De Participatiewet vervangt de

A
Wajong
B
Wet sociale werkvoorziening (Wsw)
C
Wet werk en bijstand (Wwb)
D
Alledrie

Slide 22 - Quizvraag

Met actieve en passieve participatie gaat over de inzet die het van
de cliënt vraagt om deel te nemen.
A
👍
B
👎

Slide 23 - Quizvraag

Stelling: Burgers zonder beperking moeten een grotere rol spelen in de participatie van mensen met beperking.
Eens
Oneens

Slide 24 - Poll

Stelling: Met een beperking is het bijna onmogelijk om geheel te participeren in de huidige maatschappij
Eens
Oneens

Slide 25 - Poll

Bedenk zelf een stelling over het onderwerp 'participatie' en deel deze in de chat van de klas

Slide 26 - Open vraag

Wat vond je van deze les?
Heb je iets geleerd?

Slide 27 - Open vraag

Bedankt voor de les!
Volgende week inleveren eindopdracht.

Slide 28 - Tekstslide