De klas wordt verdeeld in groepen. Per groep gebruik je de theorie van 20.2 uit het boek Methodisch begeleiden.
Iedere groep trekt een lootje. Op dat lootje staat een deelgebied. Je bedenkt bij dat deelgebied een passende activiteit , die uitgevoerd gaat worden in de klas.
Tevens bedenk je een toets, evaluatie van theorie van dit deelgebied. En deze voer je ook uit in de klas. De activiteit mag max. 10 minuten duren. De evaluatie max 5 minuten.
De deelgebieden zijn: 1. Dagelijkse activiteiten, 2. Werkactiviteiten, 3. Ontwikkelingsgerichte activiteiten( cognitieve en sociaal-emotionele activiteiten) 4. Ontwikkelingsgerichte activiteiten ( Motorische en morele ontwikkeling.) 5. Ontspanningsactiviteiten.