Spreekvaardigheid thema 'kopen' les 1

intro
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
inburgeringVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

intro

Slide 1 - Tekstslide

het thema van deze week is 'kopen'

Wat koop je elke dag? Wat koop je elke week? Wat koop je niet zo vaak?



lesplan 
1. instructie/ uitleg
2. oefenen in groepjes/ tweetallen
3. nabespreken (klassikaal) --> proces en product

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woorden die te maken hebben
met kopen.

Slide 3 - Woordweb

voorkennis activeren
1. instructie
Woorden en standaardzinnen.


Slide 4 - Tekstslide

Als we over kopen praten, gebruiken we bepaalde woorden.

Ken je deze woorden?
beoordelingscriteria spreken A2
1. Adequaatheid: Ik begrijp het antwoord. Er wordt een  antwoord geven op de gestelde vraag.
2. Woordenschat: De gebruikte woorden passen bij de gestelde vraag.
3. Grammatica: Er worden geen fouten gemaakt in de werkwoorden, meervouden en zinsopbouw.
4. Vloeiendheid: Het antwoord komt er vloeiend en makkelijk uit.
5. Samenhang: De voegwoorden, zoals 'maar, omdat, want, en, of' worden correct gebruikt. De verwijswoorden, zoals  'hij, zij, die dat' worden correct gebruikt.
6. Verstaanbaarheid: Het antwoord is verstaanbaar.

* Als punt 1 onvoldoende is, is de score 0!

Slide 5 - Tekstslide

Dit zijn de beoordelingscriteria voor spreken.


instructie
Deze les geven we elkaar feedback  op:

1. Adequaatheid: Ik begrijp het antwoord. Er wordt een antwoord geven op de gestelde vraag.
 
2. Woordenschat: De gebruikte woorden passen bij de gestelde vraag.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. oefenen
Naar het tuincentrum.




Slide 7 - Tekstslide

Bespreek de vragen klassikaal. Geef beurten en geef feedback zoals afgesproken.
2. oefenen
Het tuincentrum.
Weet je wat een tuincentrum is?
Wat koop je bij een tuincentrum?

Slide 8 - Tekstslide

Bespreek de vragen klassikaal. Geef beurten en geef feedback zoals afgesproken.
2. oefenen
Kijk nog een keer naar deze foto. Bedenk zelf een verhaal.

Slide 9 - Tekstslide

De cursisten bedenken in tweetallen een verhaal bij de foto. Ze mogen de vragen gebruiken.
Ze geven elkaar feedback volgens de afgesproken criteria.
2. oefenen
Praat met elkaar.
Geef antwoord op de vragen.





Slide 10 - Tekstslide

De cursisten bedenken in tweetallen een verhaal bij de foto. Ze mogen de vragen gebruiken. 
Ze geven elkaar feedback volgens de afgesproken criteria.
3. Hoe ging het?
Laat de leerlingen beoordelingswoorden gebruiken om het proces te beschrijven.
Bijvoorbeeld:
- makkelijk
- moeilijk
- saai
- fijn
- gewoon
- ontspannen
- spannend

Je kunt hiervoor een woordweb gebruiken of klassikaal gesprek.


Slide 11 - Tekstslide

Als er tijd is kunnen de cursisten hun verhaal delen in de klas.

Daarna evaluatie op proces en product
Hoe ging het spreken
vandaag?

Slide 12 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je geleerd?
1. Adequaatheid: Ik begrijp het antwoord. Er wordt een antwoord geven op de gestelde vraag.
2. Woordenschat: De gebruikte woorden passen bij de gestelde vraag.
3. Grammatica: Er worden geen fouten gemaakt in de werkwoorden, meervouden en zinsopbouw.
4. Vloeiendheid: Het antwoord komt er vloeiend en makkelijk uit.
5. Samenhang: De voegwoorden, zoals 'maar, omdat, want, en, of' worden correct gebruikt.
De verwijswoorden, zoals 'hij, zij, die dat' worden correct gebruikt.
6. Verstaanbaarheid: Het antwoord is verstaanbaar.


* Als punt 1 onvoldoende is, is de score 0!

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies