Een formele email schrijven (uitleg en oprdracht)

clip time
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

clip time

Slide 1 - Tekstslide

Lees de vragen door en bekijk dan het filmpje. Beantwoord de vragen. Houd het kort, hele zinnen zijn niet nodig.


Slide 2 - Tekstslide

1. Met welke goede doelen houden de jongeren zich bezig? Geef twee voorbeelden.
2. Welke jongere(n) vertelt/vertellen dat ze weleens een ongeluk hebben meegemaakt?
3. Welke voorbeelden noemen de jongeren als er gevraagd wordt naar het belang van dieren? Geef drie voorbeelden.
4. Wie geeft er weleens geld aan bedelaars op straat?
5. Wat valt je op aan de lichaamstaal van de jongeren als het gaat over thuis meehelpen?

Slide 3 - Open vraag

Formeel/informeel taalgebruik

Slide 4 - Tekstslide

Hoe noem je het soort taalgebruik waarmee je collega’s aan kunt spreken?
A
Formeel taalgebruik
B
Informeel taalgebruik
C
Persoonlijk taalgebruik

Slide 5 - Quizvraag

Hoe noem je het soort taalgebruik waarmee je klanten aan kunt spreken?
A
Formeel taalgebruik
B
Informeel taalgebruik
C
Persoonlijk taalgebruik

Slide 6 - Quizvraag

Formeel taalgebruik is netjes.
A
Klopt
B
Klopt niet

Slide 7 - Quizvraag

How to write a formal email

Slide 8 - Tekstslide

Most important
De plaats van het email adres

Slide 9 - Tekstslide

This is the layout of an email.
To - cc - (optional: bcc) - subject...

Slide 10 - Tekstslide

TO: Hoofdontvanger.
CC: Niet zo belangrijk als de hoofdontvanger.
BCC: Onzichtbare ontvanger.

Slide 11 - Tekstslide

SUBJECT:
Onderwerp van de email. 
Altijd kort.

Slide 12 - Tekstslide

Het email adres van de hoofdontvanger staat bij:
A
TO:
B
CC:
C
BCC:
D
Subject:

Slide 13 - Quizvraag

Personen die een email ook moeten ontvangen maar geen hoofdontvanger zijn staan bij:
A
TO:
B
CC:
C
BCC:
D
Subject:

Slide 14 - Quizvraag

Wanneer gebruik je de BCC als je een mailtje verstuurd?
A
Dit is precies hetzelfde als CC.
B
Om iemand onzichtbaar de mail ook te versturen.
C
Om je mail met spoed te sturen.
D
Staat voor: Big Compagny Components

Slide 15 - Quizvraag

Het onderwerp van een email is altijd:
A
Kort.
B
De kern van de inhoud.
C
Minimaal 2 woorden.
D
Maximaal 8 woorden.

Slide 16 - Quizvraag

De start van een email

Slide 17 - Tekstslide

How would you start your email?

Slide 18 - Woordweb

Aanhef

- CAPITAL LETTERS

- No full stop after Mr/Ms

- Mr/Ms + only surname


Dear Sir/Madam,

Dear Mr Jones,

Dear Ms Jones,

Dear reader,

Slide 19 - Tekstslide

Inleiding

I am writing you to ....

I am writing you because ....

I am writing in response to ...

Slide 20 - Tekstslide

Middenstuk
Name, age, city, country
My name is Louis van Gaal. I am 71 years old and I live in Noordwijk aan Zee, the Netherlands.
Learn by heart!!!

Slide 21 - Tekstslide

Welke aanhef is onjuist?
A
Dear Ms Blackburn,
B
Dear Sir/Madam
C
Dear Mr Jackson,
D
Dear Sir Brown

Slide 22 - Quizvraag

Welke aanhef is onjuist?
A
Dear Mr Birds,
B
Dear Mr/Ms Jones,
C
Dear Sir/Madam,
D
Dear Ms Oliver,

Slide 23 - Quizvraag

Cover all the items!

Slide 24 - Tekstslide

Slotzin

I look forward to your answer.

I look forward to your reply.

I am looking forward to hearing from you soon.

Learn by heart!

Slide 25 - Tekstslide

Vertaal (formele email):
Ik kijk ernaar uit om binnenkort van u te horen.
A
I'm looking forward to hearing from you soon.
B
I look forward to hear from you soon.
C
I am looking forward to hear from you soon.
D
I am looking forward to hearing from you soon.

Slide 26 - Quizvraag

Afsluiting

Yours faithfully,    (if started with Dear Sir/Madam,)

Yours sincerely,    (if started with Dear + surname,)

Kind regards,         (is always correct!) 


* skip a line


Your given name and surname

Slide 27 - Tekstslide

Tips

- Skip lines as often as possible. Preferably after every topic.

- Read carefully.

- Learn some sentences by heart.

- Use your dictionary as often as possible.

- Structure your email with words like First, Second, Third, Last.

- Do not use abbreviations like I can't or I don't. (Use I can not, I do not)


Slide 28 - Tekstslide

In een formele email is het prima om afkortingen te gebruiken (bijv. I'm, I'll, can't..)
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quizvraag

Als je een opsomming geeft in een formele email wat is beter om te gebruiken?
A
Then
B
First, second, last

Slide 30 - Quizvraag

Formal
Informal
Regards, 
Clive
See you soon, 
Clive!
Hi Claude!
Lovely to hear from you!
Thank you for your email
I look forward to meeting you.
I hope we can meet up!

Slide 31 - Sleepvraag

Correct
Incorrect
I've seen
I have seen
I look forward to
I want
I would like
I live in...

Slide 32 - Sleepvraag

Na de aanhef volgt altijd een...
A
punt
B
komma

Slide 33 - Quizvraag

Je verdeelt je middenstuk in alinea's door...
A
elk 'onderwerp' een nieuwe alinea te geven
B
na je inleiding en voor je afsluiting een witregel te gebruiken.

Slide 34 - Quizvraag

'Love,' is een goede manier om je formele email af te sluiten
A
waar
B
niet waar

Slide 35 - Quizvraag

Indeling formele email
Een formele e-mail deel je als volgt in. Na elke stap komt een witregel:

  • Onderwerp: geef je e-mail altijd een duidelijk onderwerp, zodat de lezer weet wat hij/zij kan verwachten.
  • Aanhef: begin je e-mail met Dear Mrs / Ms / Mr + achternaam of Dear Sir/Madam als je de naam van de geadresseerde niet kent.
  • Middenstuk: hier schrijf je waar het om gaat in je e-mail. Voor elk nieuw onderwerp begin je een nieuwe alinea. Na elke alinea komt een witregel.
  • Afsluiting: sluit je e-mail af met Yours faithfully (als je de naam van de geadresseerde niet weet) of Yours sincerely (als je de naam van de geadresseerde weet). Eindig met je voor- en achternaam.

Slide 36 - Tekstslide

Now it's up to you!
The teacher will hand out the exercise :)

Slide 37 - Tekstslide

beoordeel werk klasgenoot
Zie classroom
wat kan beter?

Slide 38 - Tekstslide

Makle 30 to 33

Slide 39 - Tekstslide

ex 22
timer
5:00

Slide 40 - Tekstslide