Ontvangst goederen voorbereiden

Woordenschat
NT2
Woordenschat bij Verkoop opdracht 10: Ontvangst goederen voorbereiden
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2MBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Woordenschat
NT2
Woordenschat bij Verkoop opdracht 10: Ontvangst goederen voorbereiden

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling woorden van vorige week

Les 9b: De Winkel
Winkelgrootte
Assortiment
Bedieningssysteem
Prijs en service

Slide 2 - Tekstslide

Kleinbedrijf
Middenbedrijf
Grootbedrijf
Meer dan 100 werknemers
Kledingwinkel in Leeuwarden, zoals H&M, Zeeman of Zara
Winkel met 3 vaste werknemers en 4 weekendhulpen

Slide 3 - Sleepvraag

Winkelgrootte
Klein bedrijf
Minder dan 10 werknemers
Midden bedrijf
Tussen 10 en 100 werknemers
Groot bedrijf
Meer dan 100 werknemers

Slide 4 - Tekstslide

Breedteassortiment
Diepteassortiment

Slide 5 - Sleepvraag

Assortiment
Een supermarkt heeft veel verschillende producten. 
Een supermarkt heeft een breed assortiment. 
 

                                   Een schoenwinkel verkoopt alleen schoenen,                                         maar heeft veel keuze. Dat noem je een diep 
                                   assortiment.


Slide 6 - Tekstslide

Bij een sportwinkel kan de klant zelf artikelen pakken, maar er zijn ook verkopers die kunnen helpen. Hoe noem je deze bediening?
A
Zelfbediening
B
Bediening
C
Semi-zelfbediening

Slide 7 - Quizvraag

Bedieningssysteem
Bediening = de klant wordt altijd geholpen. Zonder hulp, kan de klant niks kopen. Voorbeeld: bij de bakker of slager.
Zelfbediening = de klant kan zelf de producten pakken. Voorbeeld: bij de supermarkt.
Semi-zelfbediening = zelfbediening is mogelijk, maar er zijn ook verkopers voor hulp en advies. Voorbeeld: bij een sportwinkel.

Slide 8 - Tekstslide

De Action verkoopt artikelen tegen een lage prijs, en met weinig service. Hoe noem je dit?
A
Prijsdistributie
B
Servicedistributie

Slide 9 - Quizvraag

Prijs en service
 Hoe meer service, hoe hoger de prijzen. 
  • Het verkopen van artikelen tegen een lage prijs en met weinig service, heet prijsdistributie. Bijvoorbeeld bij de Action.
  • Het verkopen van artikelen tegen een hoge prijs met veel service heet servicedistributie. Bijvoorbeeld bij een dure kledingwinkel.

Slide 10 - Tekstslide

Woorden van Les 10: ontvangst goederen

- Goederen
- Levering
- Laden en lossen
- Retourgoederen
- Emballage
- Bederfelijke producten


Slide 11 - Tekstslide

Goederen
Ander woord voor artikelen of spullen.

De goederen staan in het magazijn.

Slide 12 - Tekstslide

Levering
Ander woord voor bezorging.

De vrachtwagen brengt de levering over 2 uren naar het magazijn.

Slide 13 - Tekstslide

Laden en lossen
Laden = goederen in de vrachtwagen zetten.

Lossen = goederen uit de vrachtwagen halen.

Slide 14 - Tekstslide

Retourgoederen
Retour = terug

Retourgoederen zijn dus spullen die terug worden gestuurd

Slide 15 - Tekstslide

Emballage = verpakkingsmateriaal

Slide 16 - Tekstslide

Bederfelijke producten

Producten met een korte houdbaarheidsdatum. Deze producten moet je bewaren koel bewaren. Zoals melk, vlees, vis, kip, groente, fruit

Slide 17 - Tekstslide

Keuze 1

Maak de opdracht van Vakleer
Ontvangst goederen voorbereiden.

Of:
Keuze 2

Maak de woordenschatopdrachten.

Slide 18 - Tekstslide