HV45 NN Spelling P1 Persoonsvorm

In een zin kan maar één persoonsvorm staan.
A
juist
B
onjuist
1 / 14
volgende
Slide 1: Quizvraag
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

In een zin kan maar één persoonsvorm staan.
A
juist
B
onjuist

Slide 1 - Quizvraag

De 1e persoon enkelvoud:
A
ik
B
jij
C
jullie
D
wij

Slide 2 - Quizvraag

De 3e persoon meervoud:
A
hun
B
jullie
C
wij
D
zij

Slide 3 - Quizvraag

Word / Wordt je fiets gerepareerd?
A
Word
B
Wordt

Slide 4 - Quizvraag

Hij doet altijd wat hij beloofd / belooft.
A
beloofd
B
belooft

Slide 5 - Quizvraag

Gisteren werd / werdt hij opgewacht door een vriend.
A
werd
B
werdt

Slide 6 - Quizvraag

De pv tt ev van bingoën is:
A
bingot
B
bingo't
C
bingoot
D
bingoodt

Slide 7 - Quizvraag

Waarvoor gebruik je
't (e) x - f (o)k s ch (aa) p?

Slide 8 - Open vraag

De pv vt ev van bingoën is:
A
bingode
B
bingo'de
C
bingoode
D
bingoodde

Slide 9 - Quizvraag

loven - vrezen
Wat is de juiste pv vt ev?
A
loofde - vreesde
B
loofde - vreeste
C
loofte - vreesde
D
loofte - vreeste

Slide 10 - Quizvraag

Importwerkwoorden kunnen sterk zijn.
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quizvraag

De pv vt mv van deleten is:
A
deleten
B
deleteten
C
deleetten
D
deleetteten

Slide 12 - Quizvraag

De pv's ev tt en vt van (de bal) passen zijn:
A
past - paste
B
paast - paastte
C
passt - passte
D
passt - passtte

Slide 13 - Quizvraag

Maken:
Module 8 spelling t/m opdracht 7.

Slide 14 - Tekstslide