LJ1+LJ2 6.3 deel 1

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

	Vak: Mens en Maatschappij Hoofdstuk: 6.3 deel 1
1.	Lesopening
2.	Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doel
3.	Arrangementen + mini-check
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

LJ 1: Pak je boek van M&M en laat deze nog even dicht op je tafel liggen.

LJ 2: Pak je boek van M&M open op blz 64. Lees de theorie en maak daarna alvast opdracht 1.

Huiswerkcontrole

2. Lesdoel + leergebiedoverstijgende doel

Aan het einde van de les:

- begrijp je het verschil tussen weer en klimaat en kun je een klimaatgrafiek aflezen;

- weet je dat de breedteligging invloed heeft op de temperatuur.

Leergebiedoverstijgend doel:

Samenwerkend leren:

- Past zijn gedrag aan terechte kritiek van een medeleerling. 

- Onderhandelt en maakt afspraken met anderen in een team om en gemeenschappelijk doel te behalen. Kan het groepsbelang voor het eigen belang zetten.

3. Arrangementen + Mini-check

Verdiept arrangement (gemiddeld een 8 of hoger): Jessica

Je mag aan de slag met opdracht 1 t/m 6 op blz. 64 t/m 66.

De rest doet mee met de mini-check!

De winters in Nederland zijn zacht vergeleken met IJsland.
Dit heeft te maken met klimaat.

1. Juist
2. Onjuist

Hoe noem je de lijn die precies in het midden van de aardbol ligt?

1. Noordpool
2. Keerkring
3. Evenaar
4. Zuidpool

Wat betekent breedteligging?

Wie maakt wat:

Had je alle vragen goed, dan mag je zonder instructie beginnen aan de opdracht 1 t/m 6 op bladzijde 64 t/m 66

De rest doet mee met de instructie. 

Breedteligging

• Zonnestralen vallen recht op de evenaar (midden van de aarde).
  
• Afstand van een plaats tot de evenaar = breedteligging 
• Hoge/lage breedte

5. Begeleid inoefenen

Had je alle vragen van de mini-check fout?

--> Intensief arrangement:

Je maakt samen met de leerkracht opdracht 2 en 5

6. Zelfstandig werken

Je maakt zelfstandig opdracht 1 t/m 6 op bladzijde 64 t/m 66

Ben je klaar?

Dan kijk je de opdrachten na.

Daarna maak je de herhalingsopdrachten op blz 70

1. Lesopening

LJ 2: Doe je boek even dicht en kijk mee in lessonup

2. Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen

Aan het eind van deze les:

- weet je wat het verschil is tussen binnenlandse en buitenlandse migratie

- weet je waarom arbeidsmigranten en vluchtelingen migreren

Leergebied overstijgende doelen:

Samenwerkend leren:

- Past zijn gedrag aan terechte kritiek van een medeleerling. 

- Onderhandelt en maakt afspraken met anderen in een team om en gemeenschappelijk doel te behalen. Kan het groepsbelang voor het eigen belang zetten.

3. Mini-check

Verdiept arrangement (gemiddeld een 8 of hoger):

Niemand 

Iedereen doet mee met de mini-check!

Wat is buitenlandse migratie?

1. Verhuizen binnen eigen land.
2. Varen op een boot met een groep mensen.
3. Verhuizen naar een ander land.
4. Vluchten voor een natuurramp.

Wie is een arbeidsmigrant?

1. Een Rus die werkt bij de Jumbo in Nederland
2. Een Italiaanse toerist in Amsterdam.
3. Een Afghaan die naar Nederland is gevlucht.
4. Een Nederlander die werkt bij de Starbucks.

Een asielzoeker is iemand die:

1. vlucht in eigen land
2. bescherming aanvraagt in Nederland
3. Vlucht vanwege een natuurramp

Wie maakt wat:

Had je alle vragen goed: dan mag je zonder instructie beginnen aan de opdracht 1 t/m 4 op blz. 64 t/m 66.

De rest doet mee met de instructie. 

Migratie

Migratie kun je verdelen in twee groepen:

• binnenlandse migratie

Je verhuist maart blijft in Nederland wonen.

• buitenlandse migratie

je verhuist naar het buitenland.

Migratie kan dus in en uit een land!

Waarom migreren?

- Sociaal (gezinnen willen bij elkaar wonen)

- Economisch (voor betere baan/ werk)
- Politiek (mogen geen commentaar op leider(s) hebben)
- Natuurlijk/ecologisch (vluchten voor overstromingen/vulkaanuitbarsting)

• Vluchteling
  Iemand die in zijn land niet veilig is en daarom weggaat (diegene vlucht zijn land uit). 

  

• Asielzoeker
  Vluchteling die een land vraagt om bescherming. Hij wil graag in het land wonen. Op dit moment wordt de vluchteling een asielzoeker. 

 

--> ze vragen asiel aan. 

Asiel = opvang of bescherming van buitelanders die gevaar lopen of achtervolgt worden in hun eigen land. 

Mensen die gevaar lopen, mogen niet zomaar teruggestuurd worden. 

5. Begeleid inoefenen

Had je alle vragen van de mini-check fout, dan maak we samen opdracht 2. 

De rest maakt opdracht 1 t/m 4 op blz. 64 t/m 66.

6. Zelfstandig werken

LJ1: Je maakt zelfstandig opdracht 1 t/m 6 op bladzijde 64 t/m 66

LJ2: Je maakt zelfstandig opdracht 1 t/m 4 op blz. 64 t/m 66.

Ben je klaar?

Dan kijk je de opdrachten na.

LJ1 + LJ2: Je maakt de herhaling op blz. 70. 

7. Evaluatie LJ1

Hoe ging de les? Zijn er opdrachten waar je moeite mee had?

Heb je nog ergens vragen over? 

- begrijp je het verschil tussen weer en klimaat en kun je een klimaatgrafiek aflezen?

- weet je dat de breedteligging invloed heeft op de temperatuur?

7. Evaluatie LJ2

Hoe ging de les? Zijn er opdrachten waar je moeite mee had?

Heb je nog ergens vragen over? 

- weet je wat het verschil is tussen binnenlandse en buitenlandse migratie?

- weet je waarom arbeidsmigranten en vluchtelingen migreren?

Huiswerk & Toetsen

Huiswerk LJ1: 

Dinsdag 4 april

6.3 opdracht 1 t/m 6

Huiswerk LJ2: 

Dinsdag 4 april

6.3 opdracht 1 t/m 4

Toetsen LJ1: 

Toetsen LJ2: