Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
LEF 4 -4 Aan welke criteria moet een goede observatie voldoen?
4 Aan welke criteria moet een goede observatie voldoen? P. 31-35
1 / 51
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Pedagogisch handelen
Secundair onderwijs
In deze les zitten
51 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
120 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
4 Aan welke criteria moet een goede observatie voldoen? P. 31-35
Slide 1 - Tekstslide
Wat betekent observeren voor jullie?
Slide 2 - Woordweb
Observeren
Is wat je objectief ziet, zonder er een eigen interpretatie aan te geven
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Wat zijn de wensen en behoeften van Joren bij het babysitten?
Slide 5 - Open vraag
Wat zijn de wensen ...?
Joren wil te weten komen of Hannes ziek is.
Hannes heeft rode kaakjes,
temperatuursverhoging
en een vreemde geur uit de mond
Slide 6 - Tekstslide
Wat zijn de eventuele moeilijkheden?
Slide 7 - Open vraag
Wat zijn de eventuele moeilijkheden?
beperkte ervaring
Joren is niet thuis en weet niet alles liggen
Slide 8 - Tekstslide
Hoe zou jij deze situatie aanpakken?
Slide 9 - Open vraag
Hoe zou jij deze situatie aanpakken?
naar mijn ouders of tante telefoneren
alle informatie doorgeven die je hebt opgemerkt
Slide 10 - Tekstslide
Lees de casus van Hannes opnieuw
Heeft Joren een reden om Hannes te observeren?
Slide 11 - Tekstslide
Wat zal Hannes observeren?
Slide 12 - Open vraag
Noteer wat Hannes zal observeren
het gezondheidsaspect
Joren gaat na of Hannes zich ziek of niet goed voelt, of hij een temperatuursverhoging heeft.
Slide 13 - Tekstslide
Op welke verschillende manieren heeft Joren geobserveerd?
Slide 14 - Open vraag
Noteer op welke verschillende manieren Joren heeft geobserveerd.
Hij ziet rode wangen.
Hij voelt met zijn hand.
Hij meet verschillende keren de temperatuur van Hannes.
Hij ruikt een vreemde geur.
Slide 15 - Tekstslide
Hoe vaak en op welke tijdstippen is Hannes geobserveerd?
Slide 16 - Open vraag
Noteer hoe vaak en op welke tijdstippen Hannes is geobserveerd.
Joren observeerde hem drie keer:
tijdens de voormiddag
rond de middag
in de namiddag
Slide 17 - Tekstslide
In welke vershillende situaties is Hannes geobserveerd?
Slide 18 - Open vraag
Noteer in welke verschillende situaties Hannes is geobserveerd
na het spelen
voor het middageten
na zijn dutje
Slide 19 - Tekstslide
Is de observatie van Hannes gebaseerd op meetbare feiten?
A
Ja
B
Neen
Slide 20 - Quizvraag
Noteer of de observatie van H. is gebaseerd op meetbare feiten
Ja, want Joren werkt met cijfergegevens.
Slide 21 - Tekstslide
Is de observatie van Hannes nauwkeurig en waarom?
Slide 22 - Open vraag
Noteer of de observatie van H. nauwkeurig is en verklaar.
Ja, Joren maakte gebruik van een meettoestel.
Slide 23 - Tekstslide
Herschrijf de situatie zo objectief en nauwkeurig mogelijk
Het is vandaag slecht weer.
Fatoumata is groot.
Raheem is agressief.
Paul volgt de les niet.
Elijah is altijd moe
Slide 24 - Tekstslide
Aan welke criteria moet een goede observatie voldoen?
Slide 25 - Open vraag
Aan welke criteria moet een goede observatie voldoen?
doelgericht
objectief
nauwkeurig en controleerbaar
opnieuw uitvoerbaar op dezelfde manier
representatief
Slide 26 - Tekstslide
Wat bedoelen ze met doelgericht?
Slide 27 - Open vraag
Observatie moet
doelgericht
zijn.
Hou het
doel
voor ogen.
Bepaal op voorhand waarop je gaat letten.
Maak keuze over het
onderzoeksontwerp
en de
onderzoeksmethode
.
Formuleer de
onderzoeksvraag
concreet.
Slide 28 - Tekstslide
Wat bedoelen ze met objectief?
Slide 29 - Open vraag
Observatie moet
objectief
gebeuren.
moet de
werkelijkheid benaderen
mag
geen interpretaties
bevatten
Wanneer verschillende onderzoekers hetzelfde observeren, moeten ze tot
dezelfde conclusie
komen.
Slide 30 - Tekstslide
Wat bedoelen ze met nauwkeurig en controleerbaar?
Slide 31 - Open vraag
Observatie moet
nauwkeurig
en
controleerbaar
zijn.
gebruik
doewoorden
, werkwoorden die een handeling uitdrukken
vermijd het woord
niet
vermijd
veralgemeningen
vermijd
interpretaties
van gedrag
Slide 32 - Tekstslide
Wat betekent representatief?
Slide 33 - Woordweb
Observatie moet
representatief
zijn.
in verschillende situaties en op verschillende momenten
op verschillende manieren
lang genoeg
Slide 34 - Tekstslide
Observatie moet
opnieuw uitvoerbaar
zijn op dezelfde manier.
systematisch te werk gaan
vaste werkwijze/vast systeem
Slide 35 - Tekstslide
Slide 36 - Tekstslide
Is deze observatie doelgericht?
A
ja
B
nee
Slide 37 - Quizvraag
Waarom is deze observatie doelgericht?
Slide 38 - Open vraag
De observatie is
doelgericht
.
De dokter heeft een duidelijk doel voor ogen
Ze bepaalt waar ze haar aandacht op zal vestigen.
Ze onderzoekt hoofd, oren en keel.
Slide 39 - Tekstslide
Is deze observatie objectief?
A
ja
B
nee
Slide 40 - Quizvraag
Waarom is deze observatie objectief?
Slide 41 - Tekstslide
De observatie is objectief.
De observatie is
objectief.
Linde heeft een bloeddruk van 10 over 8 en een temperatuur van 38,7°.
De dokter voelt haar klieren.
De dokter ziet dat haar keel rood is.
Slide 42 - Tekstslide
Is deze observatie nauwkeurig en controleerbaar?
A
ja
B
nee
Slide 43 - Quizvraag
De observatie is
nauwkeurig en controleerbaar
.
Het gaat om het meten van temperatuur en bloedduk.
Slide 44 - Tekstslide
Is deze observatie representatief?
A
ja
B
nee
Slide 45 - Quizvraag
De observatie duurde
lang genoeg
om alles na te gaan.
De dokter neemt haar tijd om alles goed te controleren.
Wanneer de dokter niet zeker is, vraagt ze bij het vermoeden van slijm op de longen om extra te hoesten.
Slide 46 - Tekstslide
Noteer of de dokter volgens een vast systeem of vaste volgorde observeerde.
Dokter observeerde
volgens een vast systeem
.
bloeddruk en temperatuur nemen
luisteren naar hart en longen
kijken in oren en keel
gezwollen klieren in de hals voelen
drukken op het voorhoofd
Slide 47 - Tekstslide
Heeft de dokter volgens een vast systheem of een vaste werkvolgorde geobserveerd?
A
Ja
B
Neen
Slide 48 - Quizvraag
Aan welke criteria moet een goede observatie voldoen?
Slide 49 - Open vraag
Een goede observatie:
1. doelgericht
2. objectief
3. nauwkeurig en controleerbaar
4. opnieuw uitvoerbaar op dezelfde manier
5. representatief
Slide 50 - Tekstslide
Wat is je bijgebleven van de les?
Slide 51 - Woordweb
Meer lessen zoals deze
4 Aan welke criteria moet een goede observatie voldoen?
Oktober 2022
- Les met
38 slides
Pedagogisch handelen
Secundair onderwijs
Criteria voor een goede observatie
September 2022
- Les met
39 slides
Toegepaste gedragswetenschappen
Secundair onderwijs
Observeren 2
Maart 2022
- Les met
50 slides
Sociale wetenschappen
Secundair onderwijs
5GZ: observeren
Oktober 2022
- Les met
19 slides
Sociale wetenschappen
Secundair onderwijs
5/6Opbe opfrissing observeren
10 dagen geleden
- Les met
25 slides
Sociale wetenschappen
Secundair onderwijs
Van observeren tot rapporteren (5pmw)
September 2023
- Les met
46 slides
Opvoedkunde
Secundair onderwijs
Observeren 4PMW
November 2023
- Les met
26 slides
Verzorging
Secundair onderwijs
Triopresentatie
December 2023
- Les met
47 slides
Opvoedkunde
Secundair onderwijs