Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Grammatica les 6: voorzetsel, persoonlijk voornaamwoord en bezittelijk voornaamwoord
Grammatica les 6: voorzetsel, persoonlijk voornaamwoord en bezittelijk voornaamwoord
Welkom 2mb,
Volg het stappenplan, dan maken we er een goede les van.
Stap 1: Pak je schrift, laptop en leesboek.
Stap 2: Log in bij LessonUp met je eigen naam.
1 / 12
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
In deze les zitten
12 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Grammatica les 6: voorzetsel, persoonlijk voornaamwoord en bezittelijk voornaamwoord
Welkom 2mb,
Volg het stappenplan, dan maken we er een goede les van.
Stap 1: Pak je schrift, laptop en leesboek.
Stap 2: Log in bij LessonUp met je eigen naam.
Slide 1 - Tekstslide
Is de volgende zin volgens jou goed of fout: Me moeder heeft de plantjes water gegeven.
A
Goed
B
Fout
Slide 2 - Quizvraag
Leerdoelen
* Ik kan in een zin het voorzetsel benoemen.
* Ik kan in een zin de persoonlijke voornaamwoorden benoemen.
* Ik kan in een zin de bezittelijke voornaamwoorden benoemen
Slide 3 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
1. Lezen
2. Nakijken huiswerk: Snel tempo
3. Uitleg voorzetsel, persoonlijk voornaamwoord en bezittelijk voornaamwoord
4. Huiswerk dinsdag: Werkblad voorzetsel, persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord
Slide 4 - Tekstslide
Lezen
timer
10:00
Slide 5 - Tekstslide
Geef voorbeelden van een voorzetsel
Slide 6 - Open vraag
Voorzetsel
Kastwoorden: In, op, onder, achter, tussen, bij
Maar ook de woorden: met, af, van
Slide 7 - Tekstslide
Benoem de voorzetsels/ het voorzetsel
Slide 8 - Open vraag
Benoem het voorzetsel/voorzetsels: Het jaarfeest van de sportclub is afgelast door de zomerstorm.
Slide 9 - Open vraag
Persoonlijk voornaamwoord:
Geeft een persoon, dier of ding aan.
Voorbeeld:
Ik heb het op tafel neergezet.
Persoonlijke voornaamwoorden zijn:
Ik, mij, me, jij, jou, je, u, hij, hem, zij(ev+mv), ze, haar, het, wij, we, ons, jullie, hun/hen
Slide 10 - Tekstslide
Bezittelijk voornaamwoord
Bezittelijk voornaamwoord:
Geeft een bezit aan. Let op: dit is zonder een voorzetsel.
Een bezit met een voorzetsel is een persoonlijk voornaamwoord
Voorbeeld: Dit is
jouw
auto. Jouw = bezittelijk voornaamwoord
De auto is
van jou.
Jou = persoonlijk voornaamwoord
Bezittelijke voornaamwoorden:
mijn, jouw, je ,uw, haar, zijn, ons/onze, jullie, hun.
Slide 11 - Tekstslide
Huiswerk
Slide 12 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Week 14, les 1, gram w
12 days ago
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Bijwoord en voorzetsel
January 2023
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Grammatica woordsoorten les 11: Voornaamwoorden: persoonlijk voornaamwoord, bezittelijk voornaamwoord, aanwijzend voornaamwoord, vragend voornaamwoord
November 2024
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Grammatica woordsoorten les 3: aanw.vnw., vr.vnw. pers.vnw, bez. vnw
February 2024
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo, havo
Leerjaar 3
7. Voorzetsel
January 2025
- Les met
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Grammatica les 6
January 2025
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
Woordsoorten voorzetsel
September 2023
- Les met
11 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Woordsoorten voorzetsel
September 2024
- Les met
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1