1.4 Europa na de Eerste Wereldoorlog

Europa na de Eerste Wereldoorlog
paragraaf 1.4
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Europa na de Eerste Wereldoorlog
paragraaf 1.4

Slide 1 - Tekstslide

De eerste wereldoorlog was van... tot...
A
1914-1917
B
1940-1945
C
1914-1918
D
1914-1919

Slide 2 - Quizvraag

In de Eerste Wereldoorlog ...
A
was Nederland neutraal
B
hoorde Nederland bij de Geallieerden
C
hoorde Nederland bij de Centralen

Slide 3 - Quizvraag

De Eerste Wereldoorlog was een...
A
Loopgravenoorlog
B
Atoomoorlog
C
Bliksemoorlog
D
Een totale oorlog

Slide 4 - Quizvraag

Een briefkaart uit de Eerste Wereldoorlog.

Van welke oorzaak van de Eerste Wereldoorlog
is dit een voorbeeld?
A
Modern imperialisme
B
Nationalisme
C
Bondgenootschappen
D
Wapenwedloop

Slide 5 - Quizvraag

Leg in je eigen woorden uit wat propaganda is.

Slide 6 - Open vraag

Propaganda

= Reclame voor politieke ideeën of voor een
persoon via massamedia, met als doel zoveel
mogelijk mensen te overtuigen.

  • Het eigen land/idee wordt verheerlijkt
  • of, de tegenstander wordt heel negatief 
     afgeschilderd.

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen waarom de Republiek van Weimar grote politieke en   economische problemen kende.
  • Je kunt beschrijven hoe in Italië het fascisme opkwam.
  • Je kunt uitleggen waarom Nederland begin 20e eeuw een   neutraliteitspolitiek voerde.

Slide 8 - Tekstslide

Italië na WO1
  • Er was veel werkloosheid.
  • Veel mensen hadden behoefte aan een sterke leider
  • Veel soldaten hadden behoefte aan de structuur die ze kenden uit het   leger.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Italië na WO1
 Benito Mussolini voelde deze onrust goed aan en richtte in 1919 een eigen knokploeg op in Italië, om weer orde te
scheppen in de chaos. 
Ook ontwikkelde hij een ideologie:
het fascisme
In 1922 kwam hij d.m.v. een staatsgreep 
aan de macht.

Slide 11 - Tekstslide

Kenmerken fascisme
Het fascisme is een totalitaire ideologie.
Totalitair = volledig of totaal
Ideologie = manier van denken over hoe de maatschappij moet zijn.

--> manier van denken waarbij het totale leven van mensen wordt beheerst door de overheid die de macht heeft door middel van indoctrinatie (=hersenspoeling).


Slide 12 - Tekstslide

Kenmerken fascisme
  • De staat is het belangrijkste wat er is
  • 1 sterke leider: il duce
  • 1 partij
  • extreem nationalistisch
  • verheerlijking van geweld
  • traditionele rolpatronen man-vrouw
  • geen persoonlijke vrijheid, het collectief is belangrijker

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Bestaan er nog totalitaire regimes?
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quizvraag

Kan je voorbeelden noemen van landen waar er nog steeds sprake is van een totalitair bestuur?

Slide 19 - Woordweb

Actualiteit: Italiaanse verkiezingen

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video

Europa na de Eerste Wereldoorlog
paragraaf 1.4

Slide 24 - Tekstslide

Schrijf 3 kenmerken van het fascisme op.

Slide 25 - Open vraag

1.4
1914 had NL een neutraliteitspolitiek*
  • Klein land*
  • Afhankelijk handel andere landen*
  • Wilde Nederlands-Indië niet verliezen
Nederland was veilig zolang het neutraal bleef

Slide 26 - Tekstslide