1A donderdag 12 mei 5.3 Lezen II

Als je 
binnenkomt:


BEN IK RUSTIG LOPEND DE KLAS INGEKOMEN?
BEN IK ZONDER LAWAAI TE MAKEN DE KLAS BINNENGEKOMEN?
HEB IK MIJN TELEFOON IN DE TAS GESTOPT?
ZIT IK AAN TAFEL, LIGT MIJN BOEK, SCHRIFT, PEN OP TAFEL?
STAAT MIJN TAS NAAST ME OP DE GROND? 
BEN IK STIL AAN HET WACHTEN TOT DE LES BEGINT?  Zo ja  --> 

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Als je 
binnenkomt:


BEN IK RUSTIG LOPEND DE KLAS INGEKOMEN?
BEN IK ZONDER LAWAAI TE MAKEN DE KLAS BINNENGEKOMEN?
HEB IK MIJN TELEFOON IN DE TAS GESTOPT?
ZIT IK AAN TAFEL, LIGT MIJN BOEK, SCHRIFT, PEN OP TAFEL?
STAAT MIJN TAS NAAST ME OP DE GROND? 
BEN IK STIL AAN HET WACHTEN TOT DE LES BEGINT?  Zo ja  --> 

Slide 1 - Tekstslide

Programma vandaag
10 minuten lezen
Huiswerk bespreken 
Schrijfoefening
Lesafsluiting
Leerdoel: na vandaag kan je benoemen wat het verschil tussen een feit en een mening is en wat verwijswoorden zijn, én deze kennis toepassen bij het schrijven van een kort verslag. 

Slide 2 - Tekstslide

Tien minuten lezen
Boek uitgelezen hebben: 5 juni. 
Lees rustig, laat anderen ook rustig lezen. 

Leg je boek open, ik kom langs om het huiswerk te controleren. 
Het huiswerk was: 9 t/m 18 van H5.3.

Slide 3 - Tekstslide



TOETS: Dinsdag 17 mei

Slide 4 - Tekstslide

Huiswerk 
Ik zet de antwoorden op het bord. Je kijkt jezelf na en stelt vragen als je uitleg nodig hebt. 
We lezen tekst 5 samen en bespreken 15, 16 en 17.

We zijn hier ongeveer 15 minuten mee bezig. Doe mee en let op, de opdrachten zijn van het soort dat je kan verwachten in de toets. 

Slide 5 - Tekstslide

Morgen maken we in de les een oefentoets

Slide 6 - Tekstslide

Schrijfoefening. Nodig: schrift en pen
Schrijf een verslag van minimaal 10 regels van je meivakantie. 
1. Geef minstens 4 verschillende feiten en 4 meningen. Probeer je mening te onderbouwen. Dus bijv: ik vond dat leuk, want.... of: het was saai, want...
2. Gebruik verwijswoorden: hij, zij, die, dat, hem, haar, daar enz. 
3. Let op de opbouw: inleiding, kern, slot
4. Let op hoofdletters, interpunctie, spelling en zinsbouw. 
5. Lever je verslag na 15 minuten bij me in. Als je klaar bent, ga je rustig lezen
Doe je best! 
timer
15:00

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoel: na vandaag kan je benoemen wat het verschil tussen een feit en een mening is en wat verwijswoorden zijn, én deze kennis toepassen bij het schrijven van een kort verslag. 

Doel behaald?

Slide 8 - Tekstslide

Evaluatie
  • Wat heb je geleerd deze les?
  • Wat ging er goed?
  • Wat kan beter?

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide