Kijk naar de blauwe leerteksten in je hoofdstuk.
Beantwoord de volgende vragen in je schrift:
1. Waar gaat een verslag over?
2. Welke vijf regels zijn er voor het schrijven van een verslag?
3. Welke woorden gebruik je om volgorde aan te geven?
4. Waar helpen de 5W1H vragen je bij?
5. Wat doe je met deze vragen als je je tekst gaat schrijven?
6. Waar verwijzen verwijswoorden naar? Waarom is het goed om deze te gebruiken?
7. Waar denk je aan als je een titel moet bedenken? (staat niet in de blauwe vakken, maar misschien weten jullie dit wel)
WERK STIL EN INDIVIDUEEL. IK WIL BIJ IEDEREEN DE ANTWOORDEN IN HET SCHRIFT ZIEN.