oefening SE levensloop

8 juni oefening SE levensloop
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

8 juni oefening SE levensloop

Slide 1 - Tekstslide

Rekenen met koopkracht
Koopkracht (reëel inkomen) hangt af van:
  • Inkomen (nominaal inkomen)
  • Inflatie 

  • Formule (met indexcijfers):
    reëel inkomen = nominaal inkomen ÷ inflatie x 100
    ric = nic ÷ pic x 100

Slide 2 - Tekstslide

Rekenen met koopkracht - voorbeeld
  • Ten opzichte van 2017 is het inkomen in een land met gemiddeld 2% toegenomen in 2018. De inflatie in 2018 is 2,3%. Bereken het reëel indexcijfer in 2018. Is dit een stijging of daling?
  • ric = nic ÷ pic x 100
  • ric = 102 ÷ 102,3 x 100 = 99,7
  • Dit is een daling (want < 100)

Slide 3 - Tekstslide

  • opgave 1 indexcijfers
Opgave 1
1. 2p
2008: inkomen stijgt harder dan de prijzen
2009: inkomen gelijk en prijzen dalen

2. 2p
101,42 x 1,04 = 105,48 Dus 1,054x42.000= 44.300,26.

Slide 4 - Tekstslide

  • opgave 2 speltheorie
1. 2p
Een evenwicht in dominante strategieën. Beiden hebben bekennen als dominante strategie.
(4 is meer dan 3 en 6 is meer dan 5).

2. 2p
Bij een bindende afspraak zouden ze zich coöperatief kunnen gaan opstellen. Als ze dan bindend afspreken ontkennen, hebben ze ook een hoger cijfer.

Slide 5 - Tekstslide

3. 2p
Als beide leerlingen ontkennen is er geen bewijs en krijgen ze gewoon hun (hoge) punt, een 7.
De dominante strategie voor beide leerlingen is ontkennen.

4. 2p
C
1 = onjuist, de switch is andersom;
2 = juist, tit for tat komt zonder expliciete afspraak tot stand/je volgt de ander.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Inkomensverdeling/ Lorenzcurve

Slide 8 - Tekstslide

Primaire inkomensverdeling
Het primaire inkomen is het inkomen zoals het verdiend wordt met de productiefactoren. 
Er is nog geen belasting geheven door de overheid.

Slide 9 - Tekstslide

Secundaire inkomensverdeling
  • Het secundaire inkomen is het inkomen nadat de overheid heeft ingegrepen. 
  • De overheid herverdeelt het inkomen
  • door het heffen van belastingen en premies 
  • en het betalen van subsidies en uitkeringen

Slide 10 - Tekstslide

Herverdelen van inkomens

  • Nivelleren

  • Denivelleren

Slide 11 - Tekstslide

Nivellering en denivellering
Nivellering: De verschillen tussen de inkomens worden in verhouding kleiner.
Denivellering: De verschillen tussen de inkomens worden in verhouding steeds groter.

Zorgt het Nederlandse belastingstelsel voor (de)nivellering?

Slide 12 - Tekstslide

Progressief belastingtarief bij loonbelasting
Progressief tarief: naarmate je meer verdient, betaal je in procenten meer belasting. 
Het belastingpercentage wordt groter -> nivellerend effect op het inkomen (inkomensverschillen worden naar verhouding kleiner)  
Het schijventarief is hier een voorbeeld van.   



Slide 13 - Tekstslide

Progressieve belasting heffing
  • Naar verhouding meer belasting betalen bij een hoger inkomen. 
  • Zorgt voor het nivelleren van inkomens 

Slide 14 - Tekstslide

Berekenen van loonbelasting
  • je betaalt belasting over je belastbaar inkomen (brutoloon - aftrekposten + bijtellingen)
  • dat gaat volgens een schijvensysteem
  • over het eerste deel van je salaris betaal je een lager percentage belasting dan over het laatste deel
  • je verdeelt het loon over de verschillende schijven net zo lang tot het volledige loon belast is.

Slide 15 - Tekstslide

Een voorbeeld
  • Piet verdient  € 45.000,- per jaar.
  • Zijn werkgever houdt loonbelasting in.
  • Over het eerste deel ( schijf 1 ) van zijn loon betaalt hij  33%
  • dan komt het tweede deel (schijf 2) met  41,95 %
  • en dan het laatste deel ( schijf 3) met  42 %
  • zie de tekening op de volgende sheet

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

huiswerk
oefeningen in de bijlage van magister!
Stel vragen en oefen de stof.
17 juni SE levensloop

Slide 18 - Tekstslide

Tot ziens!

Slide 19 - Tekstslide