Oefenen voor de toets
1 / 26
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Wat is de industriële revolutie?
A
De overgang van jagen en verzamelen naar de landbouw
B
De trek van het platteland naar de stad
C
De overgang van werken met de hand naar werken met machines
D
Grote groepen arbeiders die in fabrieken werken.
Slide 4 - Quizvraag
5. Welke zin is een oorzaak van de verstedelijking in de 19e eeuw?
A
Door de komst van machine verliezen veel mensen hun werk
B
De sociale kwestie ontstaat
C
Er zijn veel besmettelijke ziektes
D
Veel mensen zoeken werk in de steden
Slide 5 - Quizvraag
3. In welke bedrijfstak vond de mechanisatie plaats?
A
Auto-industrie
B
Metaal industrie
C
Textiel industrie
D
Chemische industrie
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
Welk begrip past het beste bij het schilderij van Van Gogh
A
Industriële revolutie
B
Sociale kwestie
C
Urbanisatie
D
Huisnijverheid
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Politiek 19e eeuw
Slide 10 - Woordweb
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Was er sprake van echte democratie door Thorbecke?
A
Ja, er mocht gestemd worden
B
Nee, alleen vrouwen mochten nog niet stemmen
C
Nee, de koning had nog veel macht
D
Nee, alleen als je genoeg geld betaalde mocht je stemmen
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
Welk standpunt is liberaal
A
De overheid moet zorgen voor arme mensen
B
De overheid regelt zo min mogelijk
C
De overheid moet zorgen voor christelijke scholen
D
De overheid moet iedereen stemrecht geven
Slide 16 - Quizvraag
Slide 17 - Tekstslide
Welke partij is tegenwoordig socialistisch?
A
Partij van de Arbeid
B
CDA (Christen Democratisch Appel)
C
D66 (democraten 66)
D
PVV (Partij Voor de Vrijheid
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Welke partij zal de man met de hoed stemmen?
A
Liberaal
B
Sociaal
C
Confessioneel
Slide 22 - Quizvraag
Slide 23 - Tekstslide
Van welke stroming zal de maker waarschijnlijk zijn?
A
Liberaal
B
Sociaal
C
Confessioneel
Slide 24 - Quizvraag
Slide 25 - Tekstslide
Welke vrouw staat als eerst op de schaatsen?
A
Aletta Jacobs
B
Wilhemina Drucker
C
De vrouw van Thorbecke
D
Thorbecke zelf
