Medicijnen toedienen

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 2

Wat weet je al van medicijnen toedienen?

Aan het eind van de les kun je in eigen woorden vertellen:

• Wat is de regel van 5?
• Waar je op let bij het toedienen van medicijnen

Wat zijn je eigen leervragen over medicijnen toedienen? 

Wat zijn je leervragen over medicijnen toedienen?

00:19

Hoeveel ziekenhuisopnames hebben jaarlijks te maken met medicijngebruik?

1. 40
2. 400
3. 4000
4. 40.000

01:05

Wie schrijft medicijnen voor?

1. Apotheker
2. Apothekersassistente
3. Arts
4. Verpleegkundige

01:33

Waar let je op als je een medicijn hebt gegeven?
Meerdere goede antwoorden mogelijk

1. Bijwerkingen
2. Effect (werking)
3. Juiste medicijn
4. Juiste dosering

De regel van 5 bij medicijnen toedienen.
Je let op de juiste ... (5x)

Juiste tijd

Juiste persoon

Juiste medicijn

Juiste dosering

Juiste toedieningswijze

Medicijnen toedienen Regel van 5

Hoe controleer je op een PG-afdeling of je de juiste zorgvrager medicijnen geeft als je de bewoners nog niet zo goed kent?

Welke toedieningsvormen van medicijnen ken je, naast tabletten?

Enteraal

Parenteraal

Enteraal = via maagdarmkanaal, tabletten, drankjes, poeders, zetpillen, rectioles enz.

Parenteraal = buiten het maagdarmkanaal. Per injectie (intramusculair, subcutaan, intraveneus, via vagina, oog-, oor, neusdruppels, inhalatie, vernevelen

Hoe heet dit medicijnsysteem?

1. Baxter
2. BEM
3. Dexter
4. Distributie

BEM Beoordeling Eigen beheer Medicatie

1. ZV bestelt en gebruikt medicatie zelf
   
2. Zorg bestelt medicatie, ZV gebruikt medicatie zelf
   
3. ZV bestelt medicatie, zorg biedt hulp bij (een deel van) medicatie
   
4. Zorg bestelt en biedt hulp bij (een deel van) medicatie
   
5. Zorg bestelt, biedt hulp bij medicatie en ziet toe op inname

Wanneer teken je een medicijn af als je medicijnen deelt?

1. Als je het medicijn pakt
2. Als je het aan de ZV geeft
3. Als de ZV het heeft ingenomen
4. Dat maakt niet uit, als je maar aftekent

Wat zijn de risico's van een onjuiste dosering van een medicijn?

1. Er zijn bijwerkingen
2. Het medicijn werkt niet
3. Overgevoeligheids-reactie
4. Resistentie

Als medicijnen in de baxterrol zitten hoef je ze niet meer te controleren. Dat heeft de apotheek al gedaan.

1. Waar
2. Niet waar

Een ZV heeft de medicijnen van 8 uur pas om 11 uur gekregen. Jij deelt de medicijnen van 12 uur. Wat doe je met deze medicijnen?

Hoe controleer je op een PG-afdeling of je de juiste zorgvrager medicijnen geeft als je de bewoners nog niet zo goed kent?

Wat heb je geleerd over het toedienen van medicijnen?

Vertel in eigen woorden:

• Wat is de regel van 5?
• Waar let je op bij het toedienen van medicijnen

Wat zijn nu je eigen leervragen over medicijnen toedienen? 

Welk cijfer geef je deze les?

110