In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Meewerkend voorwerp
- Vraag: aan wie / voor wie?
- Alleen in een zin met een lijdend voorwerp
- Kan met 'aan' of 'voor' beginnen
- 'aan' of 'voor' moet je kunnen weglaten of toevoegen
Lange mensen vragen graag aan korte mensen meer beenruimte in het vliegtuig.
PV = LV=
WG= MV=
OW= BWB=