2 H/V: Thema 1 BS 2: Verbranding

Thema 1 BS 2: Verbranding
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Thema 1 BS 2: Verbranding

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
HAVO & VWO:
  • Je kan het begrip verbranding in je eigen woorden uitleggen
  • Je kan het het verband uitleggen tussen verbranding en lichamelijke activiteit
  • Je kunt uitleggen welke stoffen er ontstaan en welke stoffen worden verbruikt bij verbranding
VWO:
  • Je kunt het verschil in verbranding bij koudbloedige en warmbloedige dieren beschrijven

Slide 2 - Tekstslide

vraag: Waarom zijn voedingsstoffen belangrijk?
Herhaling
  • stofwisseling
  • fotosynthese
  • mitochondriën
Hoe onstaat zuurstof?
Zuurstof ontstaat tijdens fotosynthese in de bladgroenkorrels van een plant. Het door een reactie van zonlicht, koolstofdioxide en water. 
Wat zijn mitochondriën?
Mitochondriën zijn celorganellen (dus onderdeel van een cel) in zowel planten, dieren of ieder ander organisme. Het zijn een soort energiefabriekjes die glucose afbreken zodat er energie vrijkomt. Deze energie gebruikt het organisme om te bewegen, temperatuur te regelen, te herstellen of te groeien.
Planten doen aan fotosynthese om glucose te maken. Deze glucose gebruikt de plant om te groeien of te herstellen. De plant maakt deze glucose dus in principe voor eigen gebruik. Je hoeft alleen de basis reactie van fotosynthese te weten, alle details op cel niveau zijn niet belangrijk voor jullie.
Ja. In ieder organisme vind stofwisseling plaats en dus ook de afbraak van glucose. De afbraak van glucose vind altijd plaats in de mitochondriën.

Slide 3 - Tekstslide

Wat is stofwisseling?
Wat gebeurd er bij fotosynthese?
Wat gebeurd er in de mitochondriën?
Verbranding
  • je verbrand een brandstof om energie vrij te maken
  • brandstof verdwijnt
  • nieuwe stoffen ontstaan

Wat wordt er in je lichaam afgebroken om energie vrij te maken?
In de mitochondriën in je cellen wordt glucose afgebroken om energie vrij te maken. Deze energie heb je o.a. nodig om te bewegen en warm te blijven

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verbranding in je lichaam
verbranding = de afbraak van glucose in je cellen
brandstof = glucose

-altijd in elke cel van je lichaam
-in alle organismen
glucose
mitochondriën
energie
Wat heb je nog meer nodig voor verbranding?

Slide 5 - Tekstslide

zuurstof
Zuurstof en koolstofdioxide
bij verbranding is ALTIJD zuurstof nodig!
afval stof = koolstofdioxide
glucose + zuurstof = water +  koolstofdioxide + energie 
zuurstof
   (O2)
koolstofdioxide
         (CO2)

glucose
+
water
energie

Slide 6 - Tekstslide

omgekeerde reactie t.o.v. fotosynthese
kaars demo om thuis te proberen
Lichaamsbeweging
  • Energie wordt omgezet in warmte en beweging

  • Als je actiever wordt heb je meer energie nodig


Waar laat je deze warmte?


Deze geef je af aan je omgeving

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bart zit te netflixen op de bank terwijl Susan aan het hardlopen is.
Wat gebeurd er in de cellen van Bart?
Suzans longen en hart moeten harder werken om genoeg brandstof en zuurstof aan te leveren en om de afvalstoffen water en CO2 snel af te kunnen voeren.
A
In Bart's cellen vind meer verbranding plaats
B
In Bart's cellen vind minder verbranding plaats
C
Bij beiden vind evenveel verbranding plaats
D
Bij beiden vind geen verbranding plaats

Slide 8 - Quizvraag

Suzans longen en hart moeten harder werken om genoeg brandstof en zuurstof aan te leveren en om de afvalstoffen water en CO2 snel af te kunnen voeren.
Fotosynthese
Verbranding
glucose wordt gemaakt
Glucose wordt verbruikt
Zuurstof wordt gemaakt
Zuurstofwordt verbruikt
Koolstofdioxide wordt gemaakt
Koolstofdioxide wordt verbruikt

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je ziet een grafiek van een ruimte met dezelfde organismen.
Wat zit er in deze ruimte?
A
Planten die in het donker staan
B
Planten die in het licht staan
C
Dieren die in het donker staan
D
Dieren die in het licht staan

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je kan het begrip verbranding in je eigen woorden uitleggen
  • Je kan het het verband uitleggen tussen verbranding en lichamelijke activiteit
  • Je kunt uitleggen welke stoffen er ontstaan en welke stoffen worden verbruikt bij verbranding

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ALLEEN VOOR VWO:

warmbloedig & koudbloedig

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Koudbloedig & warmbloedig
warmbloedig = constante lichaamstemperatuur
koudbloedig = wisselende lichaamstemperatuur

Hoe hoger de temperatuur hoe meer verbranding
Want een koudbloedig dier kan ook in een warme omgeving zijn, op dat moment is zijn lichaamstemperatuur ook warm. 
Warmbloedige dieren houden hun lichaams temperatuur altijd even hoog ongeacht de buiten temperatuur. VB: wij mensen houden onze lichaamstemperatuur constant rond de 37 graden ook al is het koud in onze omgeving.
Koudbloedige dieren hebben een wisselende lichaamstemperatuur, Bij deze dieren is de lichaamstemperatuur ongeveer gelijk aan hun omgeving. VB: als het buiten 3 graden is heeft de kikker een lichaams temperatuur van 3 graden. Als het 26 graden is zijn zijn omgeving zal zijn lichaamstemperatuur ook 26 graden zijn.
dus GEEN koud/warm bloed!

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Koudbloedig
  • wisselende temperatuur
  • weinig verbranding bij lage temperatuur
Gevolg? 
  • winterslaap
Wat gebeurd er? 
Wenig verbranding = weinig energie beschikbaar
Bij koud weer zijn koudbloedige dieren niet erg actief
-Lichaamstemperatuur daalt
-Stofwisseling vertraagd
-Weinig energie en zuurstof nodig
-Sommige reptielen ademen de hele winterslaap niet

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Warmbloedig
  • Constante temperatuur
  • Voortdurend verbranding
  • extra verbranding bij kou
Waarom? 
  • isolatie
  • trek
  • winterslaap
Er vindt extra veel verbranding plaats om hun lichaamstemperatuur op peil te houden.
Er komt extra energie vrij, dus ze zijn ook in de winter actief. 
Er is veel voedsel nodig om zo'n actief leven te kunnen leiden
Isolatie:
Zoogdieren: vetlaag onder de huid & dikke vacht met haren 
Vogels: vetlaag onder de huid & verenpak
Trek = wegtrekken naar andere warmere streken in de herfst (ook walvissen trekken bijv. weg naar warmere wateren)
Winterslaap = sommige dieren zoals egels en vleermuizen

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 16 - Video

Warm/koud bloedig?
Welke aanpassingen heeft de vos?
Mark bestudeerd 2 soorten vossen: een poolvos en een rode vos (NL). Welke stelling is juist?
De poolvos verbruikt meer zuurstof, hij is warmbloedig in in deze koude omgeving vind er meer verbranding plaats om zijn lichaamstemperatuur op peil te houden. Voor deze verbrandingsreactie is zuurstof nodig.
A
De poolvos verbruikt meer zuurstof
B
De rode vos verbruikt meer zuurstof
C
De poolvos en de rode vos verbruikten evenveel zuurstof
D
De poolvos en de rode vos gebruiken geen zuurstof want ze zijn in winterslaap

Slide 17 - Quizvraag

Doel behaald?
Wat is het verschil tussen koudbloedig en warmbloedig?
Voor de volgende keer

Als je volgens schema wil werken:
Maak opdracht 1 t/m 9 van BS 2

Deadline BS 1 t/m 4:
1 oktober



Vond je dit moeilijk?
Bekijk dit filmpje eens (duurt ongeveer 5 min.)
https://www.youtube.com/watch?v=3S6F2rjqu9w

Slide 18 - Tekstslide

Onder hotspot: filmpje
extra opdracht: https://www.biologietccl.nl/docs/Theorie/Laag%203/vergelijk%20fotosynthese%20en%20verbranding.pdf