PA 1 H4- ir a/ tener/schrijfv (herhaling)

• Spaans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Bienvenidos/ welkom...

• Jassen uit

• Mobiele telefoon in de tas

• Tas op de grond

• Boeken op tafel

• Inloggen op lesson-up 

¿Que vamos a hacer hoy? 

• (Nieuwe) plattegrond

• Regels in de les en online

• leerdoelen van deze les

Reglas/ regels...

• RESPECT voor je docent en klasgenoten: je krijgt 3 waarschuwingen, dan moet je het lokaal uit

• online: camera mag uit, MAAR

• aan het begin van de les aan voor welkom 

• reageren en meedoen als de docent iets vraagt, anders ben je absent gezet

• camera einde van de les aan voor afscheid 

Reglas/ regels...

Huiswerk:

• 3 keer geen huiswerk / materiaal vergeten is NABLIJVEN

Hoy/ vandaag...

• Tener (hebben) herhalen 

• IR + a (Gaan naar) herhalen

Lesdoelen:

• Ik kan vertellen hoeveel broers/zussen ik heb

• Ik kan vertellen waar ik vandaag naartoe gaat

Gebruik het juiste vorm van het werkwoord Tener (hebben)

Ir (gaan) a (naar)

 en nu...Escucha! Luister!

p. 13 opdr. 13B 

Gebruik het juiste vorm van het werkwoord IR (gaan)

Kies de juiste ontkenning :
El autobús _______ (niet) llega al instituto

1. no
2. nunca

Kies de juiste ontkenning:
(niemand) _______ tiene ganas de ir a la escuela

1. nunca
2. nadie

Kies de juiste vorm van de ontkenning:
Javier (nooit) _______ va al instituto a pie

1. nunca
2. nada

aprenderespanol.org

wheeldecide.com

Vertel in een zin waar je vandaag naartoe gaat.
- vervoeg het werkwoord IR (gaan) a (naar)

Hoy (vandaag) ....... a + hele werkwoord
Hoy (vandaag) ....... a + zelfstandige naamwoord

Vertel in een zin hoeveel broers/ zussen je hebt.
- gebruik het werkwoord tener (hebben)