H5 WA Hfst 12

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Planning van de les

• Terug kijken naar de leerdoelen van de vorige
• Uitleg van de leerdoelen van deze les
  
• Werken aan je huiswerk en eventuele vragen stellen

Leerdoelen van de vorige les

• Ik kan formules combineren.

Leerdoelen van deze les

• Ik kan rekenen met breuken, procenten, tijden, de standaard vorm en afronden.  

Op een school zitten 1250 leerlingen. Daarvan wordt 1/5 deel met de auto gebracht, van de overige leerlingen komt 80% met de fiets. Hoeveel leerlingen fietsen naar deze school?

In de tabel zie je de gegevens van de Nederlandse bevolking in 1980 en 2019.
Bereken hoe groot de totale bevolking van Nederland in 2019 was. Rond je antwoord af op duizendtallen

In de tabel hiernaast vind je het aantal inwoners van Nederland en het aantal leden van sportbonden in 2012 en 2017.
Welke getallen in de tabel zijn absoluut?

1. Totaal aantal inwoners (x 1000)
2. Aantal leden per 1000 inwoners

In de tabel hiernaast vind je het aantal inwoners van Nederland en het aantal leden van sportbonden in 2012 en 2017.
Welke getallen in de tabel zijn relatief?

1. Totaal aantal inwoners (x 1000)
2. Aantal leden per 1000 inwoners

Joris staat voor wiskunde A een 6,492. Afgerond op 1 decimaal is dat

1. 6,4
2. 6,5

Dave heeft 5 eieren nodig om een taart te bakken. Hij heeft 49 eieren, hoeveel taarten kan hij bakken?

Een vliegtuig vliegt een afstand van 1450 km met een gemiddelde snelheid van 700 km per uur.
Bereken hoelang deze vlucht duurt in uren en minuten.

Ellen van Dijk is afgelopen jaar wereldkampioen tijdrijden geworden. Ze deed 44.28,98 minuten over 34,2 kilometer.
Hoeveel km/u fietste ze gemiddeld over deze afstand?

Blauwe vinvissen eten Antarctische krill. Eén krill weegt 2000mg. Per dag moet een blauwe vinvis ongeveer 3,5 ton eten (1 ton = 1000kg).
Hoeveel krillen eet een blauwe vinvis per dag? Geef je antwoord in de standaardvorm.

huiswerk voor de volgende les:

Zorg dat je de volgende leerdoelen beheerst:

• Ik kan rekenen met breuken, procenten, tijden, de standaard vorm en afronden.

Lees de samenvatting door en maak daarna een van de volgende drie opties:

1. Makkelijk: de opdrachten van de samenvatting
2. Weinig en wat moeilijker: opg 36, 37 en 38
3. Wat meer, maar wel nuttig: opg 8, 13, 19, 27 en 34