Burgerschap toets begrippen

• Burgerschap
• MBO
• Studiejaar 1

Economische dimensie 

De paragrafen: 

• 4.1 Waarom werk je?                                                     - 4.6 ik ben bewust 
  
• 4.2 Werken & de overheid                                         - 4.7 Uit het Rood 
• 4.3 Ik werk
• 4.4 Ik heb geen baan
• 4.5 ik ben kritisch 

Begrippen leren voor de toets

Leer & Lees kort de begrippen van: 

§ 4.1

§ 4.2

§ 4.3 

§ 4.4

voorbeeld van een begrip 

blz 146: 

Wat heb je onthouden? 

Wat gaan we nu doen? 

1. Sla je boek even dicht.

2. Beantwoord de vraag die in beeld komt

3. Na de vraag een korte bespreking 

omschrijf het begrip arbeid

Basisbehoefte van een mens zijn

1. voedsel, woonruimte en kleding
2. Voedsel, kleding, telefoon
3. Woonruimte, voedsel, auto
4. sport, onderwijs , openbaar vervoer

Omschrijf het begrip verzorgingsstaat

Waar denk je aan bij
sociale zekerheid?

Wat is een arbeidsovereenkomst?

1. Je hebt recht op een uitkering
2. Je moet belasting afdragen
4. een afspraak tussen werkgever en werknemer

Arbeidsvoorwaarden
Denk wat hier bij hoort

Wat is een vakbond?

1. Een vereniging van werkgevers
2. Een vereniging van werknemers
3. Een bestuur
4. Een overheidsorgaan

Omschrijf het begrip arbeidsmarkt

Er zijn altijd mensen op zoek naar een baan. Wat betekent werkloosheid?

1. Dat het goed gaat op je werk
2. Een marktconform salaris
3. situatie waarin iemand geen werk heeft

welke werknemersverzekeringen
ken je?

Laatste check! 

• Wat betekent het begrip arbeid ook alweer? 
  
• Arbeidsmarkt betekent .... 
• Je hebt een baan. Je tekent een arbeidsovereenkomst wat   houdt dat in? 
• Tot slot: Verzorgingsstaat ben je voor- of  tegenstander? 

Niet behandeld 

zelf bestuderen: 

§ 4.5

§ 4.6

§ 4.7 

Overige paragrafen thuis herhalen!