1.2C wedstrijden

Hele competitie
  • Elk van de 4 teams heeft 3 tegenstanders. 
  • Je speelt één keer thuis en één keer uit.
  • Elk team speelt in totaal       3 * 2 = 6 wedstrijden.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hele competitie
  • Elk van de 4 teams heeft 3 tegenstanders. 
  • Je speelt één keer thuis en één keer uit.
  • Elk team speelt in totaal       3 * 2 = 6 wedstrijden.

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je kunt het aantal wedstrijden berekenen bij een afvalsysteem, per persoon en totaal.
- Je kunt het aantal wedstrijden berekenen bij een hele competitie, per persoon en totaal.
- Je kunt het aantal wedstrijden berekenen bij een halve competitie, per persoon en totaal.

Slide 2 - Tekstslide

Afvalsysteem
  • De jongens van T4b spelen een tafeltennistoernooi.
  • Wie wint gaat door naar de volgende ronde,
  • wie verliest valt af.
  • Dat noem je het afvalsysteem 

Slide 3 - Tekstslide

Afvalsysteem
  • Je ziet dat Tim met 21-18 heeft gewonnen van Salih.
  • Salih valt af.
  • Rajko is de winaar van het toernooi.
  • In totaal worden er 4 + 2 + 1 = 7 wedstrijden gespeeld 

Slide 4 - Tekstslide

Afvalsysteem
  • Er zijn drie rondes.
  • De winnaar heeft drie wedstrijden gespeeld.
  • Een afvalsysteem wordt ook wel knock-outsysteem genoemd.

Slide 5 - Tekstslide

Hele competitie
  • Vier teams spelen elk twee keer tegen elkaar:
  • één keer thuis en één keer uit.
  • Dat heet een hele competitie.
  • De uitslagen kun je in een schema zetten .
  • Team B heeft thuis gewonnen van team D met 1-0

Slide 6 - Tekstslide

Hele competitie
  • Het aantal wedstrijden in de hele competitie kun je berekenen.
  • totaal aantal wedstrijden = aantal teams * aantal tegenstanders
  • In een hele competitie met 4 teams zijn er in totaal 4 * 3 = 12 wedstrijden.

Slide 7 - Tekstslide

Halve competitie
  • Het aantal wedstrijden in een halve competitie kun je berekenen.
  • totaal aantal wedstrijden = 0,5 * aantal teams * aantal tegenstanders.
  • In een halve competitie met 4 teams zijn er in totaal 0,5*4*3 = 6 wedstrijden 

Slide 8 - Tekstslide

Halve competitie
  • In een halve competitie met vier teams spelen de teams één keer tegen elkaar.
  • Elk team heeft drie tegenstanders.
  • Elk team speelt dus 3 wedstrijden.

Slide 9 - Tekstslide

voorbeeld
Bij een volleybaltoernooi komen 16 teams. Ze kunnen het toernooi op verschillende manieren spelen.
a. Hoeveel wedstrijden zijn er als ze spelen volgens een afvalsysteem?

Slide 10 - Tekstslide

voorbeeld
Bij een volleybaltoernooi komen 16 teams. Ze kunnen het toernooi op verschillende manieren spelen.
b. Hoeveel wedstrijden speelt de winnaar met het afvalsysteem?

Slide 11 - Tekstslide

voorbeeld
Bij een volleybaltoernooi komen 16 teams. Ze kunnen het toernooi op verschillende manieren spelen.
c. Hoeveel wedstrijden zijn er als ze spelen volgens een hele competitie?

Slide 12 - Tekstslide

voorbeeld
Bij een volleybaltoernooi komen 16 teams. Ze kunnen het toernooi op verschillende manieren spelen.
d. Hoeveel wedstrijden speelt elk team in een hele competitie?

Slide 13 - Tekstslide

Zijn er vragen over het huiswerk?

22, 29 + nakijken

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Aan het werk...
vierkant: 31, 32, 33, 34, 35, 36, 37 + nakijken
cirkel: 32, 33, 34, 35, 36, 37, 38 + nakijken
ster: 34, 35, 36, 37, 38, 39 + nakijken
12:40 afronden

Slide 18 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je kunt het aantal wedstrijden berekenen bij een afvalsysteem, per persoon en totaal.
- Je kunt het aantal wedstrijden berekenen bij een hele competitie, per persoon en totaal.
- Je kunt het aantal wedstrijden berekenen bij een halve competitie, per persoon en totaal.

Slide 19 - Tekstslide

Huiswerk
Maken 34, 35, 36 + nakijken en insturen via teams
SE H1 20 november

Slide 20 - Tekstslide