H12.1 les 5 erfelijke aandoening

Thema 12: Erfelijkheid
par 12.2   erfelijke aandoeningen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Thema 12: Erfelijkheid
par 12.2   erfelijke aandoeningen

Slide 1 - Tekstslide

Welkom
  • terugblik vorige les,
  • Uitleg 12.2 Erfelijke aandoeningen
  • huiswerk volgende les

Slide 2 - Tekstslide

terugblik vorige les
Vragen over:
  • leren par 12.1 (blz 91/92)
  • maken (blz 89/90) opdr 19, 20, 21, 22

Slide 3 - Tekstslide

lesdoel 
  • weten hoe je een erfelijke aandoening overdraagt
  • weten wat dominante en recessieve overerving is
  • weten wat geslachtsgebonden overerving is

Slide 4 - Tekstslide

Hoe krijg je een erfelijke aandoening?
Erfelijke aandoeningen: veroorzaakt door foutjes in de genen. 
Monogeen: erfelijke aandoening bepaald door één gen (bv albinisme)

Recessief overervende ziekte: 
ziekmakende allel dat niet tot uiting komt bij een heterogeen genenpaar 

Drager: mensen die één recessief allel bij zich dragen en niet ziek zijn. 

Slide 5 - Tekstslide

Uitlegfilmpjes.


https://www

- 5 min. monohybride kruisingen

Slide 6 - Tekstslide

Recessief overervende ziekte 
- Als beide ouders heterozygoot zijn voor een eigenschap (bv Aa + Aa)

- Als de ziekte niet tot uiting komt, noem je het ziekmakende allel 'recessief' (bv 'a')

-> Is dochter ziek, dan is zij 'aa'.  

Slide 7 - Tekstslide

Dominant overervende ziekte
- Als één van de ouders heterozygoot is, andere ouder homozygoot (recessief) is.
- Kind dat gezond is móet wel 'aa' zijn. Dominant krijg nl altijd hoofdletter. Dus kind dat Aa is, is óók ziek. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Iemand die wel het gen voor de zieke hypofosfatase bezit maar zelf niet ziek is, wordt een drager genoemd.

Is Stephanie een drager? En Henry?

A
Alleen Stephanie is een drager.
B
Alleen Henry is een drager.
C
Stephanie en Henry zijn beiden drager.
D
Stephanie en Henry zijn beiden geen drager.

Slide 10 - Quizvraag

Weinig kleurenblinde meisjes
Geslachtsgebonden recessieve overerving:
als een aandoening veroorzaakt wordt door een  gen op het X-chromosoom en recessief is. ->
Vrouw heeft nog een ander X-chromosoom om 'te compenseren', dus mannen met x-chromosomale aandoening komt vaker voor. 

Noteren van geslachtsgeb.eigenschap:
voorbeeld: XA en Xa. 

Slide 11 - Tekstslide

X-chromosomale afwijking -> voorbeeld
Voorbeeld: op Y-chromosoom zitten geen allelen voor de eigenschap kleurenblindheid. 

Zie afbeelding hiernaast. 
- Genotype vader met dominante allel noteer je als XAY. (niet kleurenblind)
- Genotype van moeder noteer je als XAXa. (drager)

meisje kan alleen kleurenblind zijn als vader kleurenblind is en moeder drager. 

Slide 12 - Tekstslide

Welke zin over een dominante x-chromosomale overerving van een afwijking is juist?
A
Een vader met een afwijking geeft dit door aan al zijn zoons
B
Een vader met een afwijking geeft dit door aan al zijn dochters
C
Een moeder met een afwijking geeft dit door aan al haar zoons
D
Een moeder met een afwijking geeft dit door aan al haar dochters

Slide 13 - Quizvraag

De ziekte van Duchenne komt veel vaker bij mannen voor. Dit is dus waarschijnlijk een:
A
y-chromosomale overerving
B
x-chromosomale overerving
C
ziekte veroorzaakt door defect testosteron
D
alleen via de vader te erven

Slide 14 - Quizvraag

Snap je het? -> Ja-> Top! 
Nee? -> Filmpje ! :) (6.5 minuut)

Slide 15 - Tekstslide

lesdoel gehaald? 
  • weten hoe je een erfelijke aandoening overdraagt
  • weten wat dominante en recessieve overerving is
  • weten wat geslachtsgebonden overerving is

Slide 16 - Tekstslide

Huiswerk volgende les

leren par 12.2  (blz 96-99)
maken (blz 97-/90)  opdr 3, 4, 5, 6, 7, 9, 11

Slide 17 - Tekstslide