Podemos ir a casa de un amigo = we kunnen naar (het huis van) een vriend gaan.
tener ganas de = zin hebben om ...
Tengo ganas de ir de compras = ik heb zin om te gaan winkelen
Slide 17 - Tekstslide
Vervoeg de werkwoorden querer en poder
Slide 18 - Tekstslide
querer
quiero
quieres
quiere
queremos
queréis
quieren
poder
puedo
puedes
puede
podemos
podéis
pueden
Slide 19 - Tekstslide
Iets voorstelen, iemand uitnodigen
Mijn broer heeft zin om naar een bar te gaan
Slide 20 - Tekstslide
Iets voorstelen, iemand uitnodigen
Mijn broer heeft zin om naar een bar te gaan
Mi hermano tiene ganas de ir a un bar
Slide 21 - Tekstslide
Iets voorstelen, iemand uitnodigen
Hebben jullie zin om naar een museum te gaan?
Slide 22 - Tekstslide
Iets voorstelen, iemand uitnodigen
Hebben jullie zin om naar een museum te gaan?
¿Tenéis ganas de ir a un museo?
Slide 23 - Tekstslide
Iets voorstelen, iemand uitnodigen
Zij heeft geen zin om te sporten
Slide 24 - Tekstslide
Iets voorstelen, iemand uitnodigen
zij heeft geen in om te sporten
(Ella) no tiene ganas de hacer deporte
Slide 25 - Tekstslide
me gusta/me gustaría
Me gusta = ik vind leuk
Me gusta ir al cine = ik vind het leuk om naar de bios te gaan
Me gustaría = ik zou het leuk vinden
Me gustaría ir al cine = ik zou het leuk vinden om naar de bios te gaan.
Slide 26 - Tekstslide
me gusta/me gustaría
Me
te
le gustaría + infinitivo
nos
os
les
Slide 27 - Tekstslide
me gusta/me gustaría
Wij vinden het leuk om te gaan winkelen
Mijn ouders zouden het leuk vinden om op reis te gaan
Slide 28 - Tekstslide
me gusta/me gustaría
Wij vinden het leuk om te gaan winkelen
nos gusta ir de compras
Mijn ouders zouden het leuk vinden om op reis te gaan
A mis padres les gustaría ir de viaje
Slide 29 - Tekstslide
me gusta/me gustaría
Ik zou het niet zo leuk vinden om met Pilar te gaan
Slide 30 - Tekstslide
me gusta/me gustaría
Ik zou het niet zo leuk vinden om met Pilar te gaan
No me gustaría ir con pilar
Slide 31 - Tekstslide
Hacer ejercicios
Mira en las próximas páginas
Deze opdrachten heb je de afgelopen week gemaakt. Misschien had je deze nog niet af of heb je ze nog niet nagekeken. Zorg dat je deze opdrachten deze week afmaakt en nakijkt. De antwoorden staan in de les van 24 en 28 november.