3Ha/3HVA - week 36 (3)

¡Bienvenidos a la clase de Español!
Meneer Gomez
Jueves, 07 de Septiembre de 2023
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

¡Bienvenidos a la clase de Español!
Meneer Gomez
Jueves, 07 de Septiembre de 2023

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Las reglas de salón de clases/ Huisregels
  1. Bij binnenkomst spullen op tafel: Boeken, pen en schrift.
  2. Geen mobieltjes in de klas.
  3. Als ik praat, zijn jullie stil.
  4. Steek je hand op als je iets wilt zeggen.
  5. Niet aan elkaar of elkaars spullen zitten.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¿Qué vamos a hacer hoy? 
(Wat de koek gaan wij vandaag doen?)
GEKOZEN VAK
1. Huiswerk nakijken
2. BRON D
- Presente (tegenwoordige tijd)
- Presente perfecto (voltooid tegenwoordige tijd)









.


LEERPLEIN:

GUÍA DE VIAJES





.


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Objetivos (Leerdoelen)
Na deze les kun/ken je...
- … de spaanse werkworden in de voltooid tegenwoordige tijd en tegenwoordige tijd vervoegen.


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk Nakijken ( Ejercicios 8, 9, 10)
timer
7:00

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Por la mañana me gustaría visitar el Aquarium

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

me gusta/me gustaría
Me gusta = ik vind leuk
Me gusta ir al cine = ik vind het leuk om naar de bios te gaan

Me gustaría = ik zou het leuk vinden 
Me gustaría ir al cine = ik zou het leuk vinden om naar de bios te gaan.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Presente (tegenwoordige tijd) y Presente perfecto ( voltooid tegenwoordige tijd)
Werkboek - Página 80

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Presente ( Tegenwoordige tijd)
.
-ar
-er
-ir
Yo
-o
-o
-o
-as
-es
-es
Él/ella/usted
-a
-e
-e
Nosotros
-amos
-emos
-imos
Vosostros
-áis
-éis
-ís
Ellos/ellas/ustedes
-an
-en
-en

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Presente
Hablar
Yo
Él/ella/usted
Nosotros
Vosotros
Ellos/ellas/ustedes
habl
habl
habl
habl
habl
habl
o
as
a
amos
áis
an

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Presente
Comer
Yo
Él/ella/usted
Nosotros
Vosotros
Ellos/ellas/ustedes
com
com
com
com
com
com
o
es
e
emos
éis
en

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Presente
Escribir
Yo
Él/ella/usted
Nosotros
Vosotros
Ellos/ellas/ustedes
escrib
escrib
escrib
escrib
escrib
escrib
o
es
e
imos
ís
en

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Yo
Él/ella/usted
Nosotros/-as
Vosotros/-as
Ellos/-as
El presente (tegenwoordige tijd)
Comprar ( Kopen)
compro
compras
compra
compramos
compráis
compran

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Presente
Yo ___________ (cantar) todos los días en la ducha.
A
cantamos
B
canto
C
canta
D
cantan

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Presente
Ella ___________ (comer) spaghetti todos los sábados.
A
comemos
B
como
C
come
D
comen

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Presente
Nosotros ___________ (subir) las escaleras del colegio todos los días.
A
subo
B
subís
C
sube
D
subimos

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ser y estar
                                        Ser = zijn                  Estar = zijn/zich bevinden



soy
eres
es
somos
sois
son
Yo
Él/ella/usted
Nosotros
Vosotros
Ellos/ellas/ustedes
estoy
estás
está
estamos
estáis
están

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vul de juiste vorm van SER in.
¿De dónde ........... tú? Yo soy de Holanda.
A
eres
B
soy
C
somos
D
son

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul de juiste vorm van SER in.
Yo ........ de aquí.
A
eres
B
soy
C
somos
D
son

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul de juiste vorm van SER in.
Sí, sí, Barcelona ......... una ciudad muy interesante.
A
eres
B
soy
C
somos
D
es

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul de juiste vorm van ESTAR in.
¿ Dónde ................. tú?
A
estoy
B
estamos
C
están
D
estás

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Escribe una oración con el verbo
SER ( Zijn)

Slide 22 - Woordweb

esto se puede hacer después de las presentaciones sobre los sistemas educativos
Escribe una oración con el verbo
ESTAR ( Wonen)

Slide 23 - Woordweb

esto se puede hacer después de las presentaciones sobre los sistemas educativos
Presente Perfecto ( Voltooid tegenwoordije tijd)

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Presente perfecto

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pretérito perfecto

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vul de juiste vorm van het werkwoord in de presente perfecto in de zinnen in.

No, siempre (viajar, yo)........................... a Barcelona.
A
hemos viajado
B
he viajado
C
has viajado
D
han viajado

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul de juiste vorm van het werkwoord in de presente perfecto in de zinnen in.

No, pero mi madre y yo (ir) ............................................... a la policía.
A
hemos ido
B
he ido
C
han ido
D
has ido

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul de juiste vorm van het werkwoord in de presente perfecto in de zinnen in.

Esta semana mis amigos ( visitar)......................................... París.
A
hemos visitado
B
habéis visitado
C
han visitado
D
he visitado

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

¡Hasta la próxima clase!

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies