§1.5 Rekenen aan mengsels

vandaag §1.5
rekenen
massa percentage  
volume percentage
concentratie
oplosbaarheid
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

vandaag §1.5
rekenen
massa percentage  
volume percentage
concentratie
oplosbaarheid

Slide 1 - Tekstslide

omrekenen



massa                                                                                                        volume

mg   g    kg
ml   L
dm  m3
Is dit lastig? 
Dan oefenblad magister

Slide 2 - Tekstslide

percentage
 =  deel / geheel x 100 %

massa  (g, kg, mg, ton)   
volume  (= inhoud)  mL, L,  m   

Slide 3 - Tekstslide

voorbeeld
Roestvrij staal  is een legering
           Een blok heeft een massa van 630 kg
    Er zit (naast ijzer) 133 kg chroom in en 570 g nikkel in dit blok.

a:   Wat is het massa percentage chroom  in dit staal?
b:   En van nikkel (let op!)?
massa % = 
deel /geheel x 100%
Let op!
laat steeds je berekeningen helemaal zien.

Slide 4 - Tekstslide

voorbeeld
Roestvrij staal  is een legering
           Een blok heeft een massa van 630 kg
    Er zit (naast ijzer) 133 kg chroom in en 570 g nikkel in dit blok.
133/630 x 100 = 21%
a:   Wat is het massa percentage chroom  in dit staal?
b:   En van nikkel (let op!)?
570 g = 0,570 kg       0,570/630 x 100 = 0,09%
massa % = 
deel /geheel x 100%
Let op!
laat steeds je berekeningen helemaal zien.

Slide 5 - Tekstslide

In een flesje parfum van 250 ml bevat 16 volume % alcohol
Hoeveel ml alcohol zit er in dit flesje?   


volume % = deel /geheel x 100%

Slide 6 - Tekstslide

In een flesje parfum van 250 ml bevat 16 volume % alcohol
 Hoeveel ml alcohol zit er in dit flesje?   (we willen weten wat het deel alcohol is in het geheel van 250 ml)
16 = d/250 x 100
16 : 100 = d /250
0,16 = d /250
0,16 . 250 = d         d = 40 ml

volume % = deel /geheel x 100%

Slide 7 - Tekstslide

concentratie
geconcentreerd
verdund
gram per liter (g/L)
     (mg per ml)

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

We lossen 18 gram suiker op in 120 ml water.
Bereken de concentratie in gram per liter.

Slide 10 - Tekstslide

We lossen 18 gram suiker op in 120 mL water.
Bereken de concentratie in gram per liter.
120 mL = 0,12 L
18/0,12 = 150
150 gram per liter
Verhoudingstabel kan ook......en dan kruislings vermenigvuldigen

18 g
0,12 L
?
1 L

Slide 11 - Tekstslide

zout
verdund, lage concentratie
geconcentreerd, hoge concentratie

Slide 12 - Tekstslide

verzadigde oplossing                   
Er kan geen vaste stof meer bij opgelost worden

Slide 13 - Tekstslide

De temperatuur van het oplosmiddel beïnvloedt de oplosbaarheid
hoge temperatuur:   vaste stoffen lossen beter op
gassen lossen slechter op
lage temperatuur:  vaste stoffen lossen slechter op
gassen lossen beter op

Slide 14 - Tekstslide

Oplosbaarheid is een stofeigenschap
Nooit uit je hoofd leren!

Slide 15 - Tekstslide

g per 100 ml
Ik doe 50 g aluminiumchloride in 100 ml water van 20oC. Hoeveel g lost er niet op?
Ik heb een verzadigde oplossing van 30oC. Ik laat die afkoelen tot 10 oC. Hoeveel g kan ik af filtreren?

Slide 16 - Tekstslide

Aan het werk met

§1.5 doorlezen en opgaven 46 tm 52 maken en nakijken.
Volgende week donderdag TOETS

Slide 17 - Tekstslide

§1.1 dichtheid

dichtheid
water   1000 kg/m3
ijs            917 kg/m3

Bereken het volume dat het ijsblok minimaal moet hebben om met de ijsbeer erop niet te zinken.
ijsbeer = 630 kg

Slide 18 - Tekstslide

start vraag
We vergelijken geel met rood.

A:  Welke van de 2 kleuren lost het beste op in de mobiele fase?

B:  Welke van van de 2 kleuren wordt het beste geadsorbeerd door de stationaire fase?

Slide 19 - Tekstslide