In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 39 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Wat zijn risico factoren voor het ontstaan van een delier?
Slide 6 - Woordweb
Als een patiënt tot de risico groep behoort voor het krijgen van een delier. Wat kunnen dan uitlokkende factoren zijn?
Slide 7 - Woordweb
Bij een cliënt met een delier kunnen plotselinge veranderingen of schommelingen in gedrag ontstaan. Noem 3 veranderingen die je zou kunnen waarnemen.
Slide 8 - Woordweb
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Theorie: Bij een delier zijn vaak niet alleen het bewustzijn, de cognitieve functies en de waarneming van de zorgvrager verstoord. Stelling: Veranderingen in de beweging kunnen ook passen bij een delier.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 13 - Quizvraag
Theorie: Met behulp van een screening wordt geprobeerd de zorgvragers te vinden die mogelijk een verhoogde kans hebben op een delier. Stelling: Bij een zorgvrager met een verhoogd risico proberen we de uitlokkende factoren weg te nemen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quizvraag
Bepaalde medicijnen kunnen een delier uitlokken. Bij welke veel gebruikte medicijnen moet je hier alert op zijn?
A
Directe orale anticoagulantia
B
Statines
C
Opiaten
D
Prontonpompremmers
Slide 15 - Quizvraag
stelling 1
Ouderen in een verpleeghuis hebben een verhoogd risico op een delier
Stelling 2
Een delier is een tijdelijke aandoening. Als het delier achter de rug is, zijn alle problemen altijd verdwenen.
A
Beide stellingen zijn juist
B
Beide stellingen zijn onjuist
C
1 is juist , 2 is onjuist
D
1 is onjuist ,2 is juist,
Slide 16 - Quizvraag
Door het toepassen van preventieve maatregelen bij een zorgvrager met een verhoogd risico kan je
A
een delier voorkomen
B
een delier verkorten
C
de ernst van de delier verminderen
D
alle genoemde antwoorden zijn juist
Slide 17 - Quizvraag
Wat zijn je taken als vpk bij de begeleiding / verzorging van een zorgvrager met een verhoogd risico op een delier
A
observeren / aankijken hoe het ontwikkelt
B
observeren, rapporteren van symptomen in zorgleefplan
C
inzet preventieve maatregelen, observeren/ rapporteren in zorgleefplan
D
vragen aan arts om medicatie voor te schrijven en situatie aankijken
Slide 18 - Quizvraag
Als iemand met een delier dingen zegt die niet waar zijn moet je
A
Zeggen dat het onzin is
B
Niets zeggen
C
Begrip tonen
Slide 19 - Quizvraag
Dementie, delier en depressie hebben overlappende symptomen waardoor ze niet goed te onderscheiden zijn. Welk antwoord geeft symptomen van een delier aan?
A
Sluipend begin, gestoorde oriëntatie, korte- en langetermijngeheugen gestoord