Mavo 3 Kapitel 4 oefenen voor PW

Mavo 3 Kapitel 4 üben
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Mavo 3 Kapitel 4 üben

Slide 1 - Tekstslide

Sterke werkwoorden
met een -e in de stam

Slide 2 - Tekstslide

helfen > du .............. ?
er/sie/es .........?

Slide 3 - Open vraag

sehen > du ............?
er/sie/es ............?

Slide 4 - Open vraag

essen
geben
nehmen
sprechen

    eten

   geven

  nemen

  spreken

Slide 5 - Sleepvraag

Mein Vater ........ (lesen) jeden Tag die Zeitung.
A
lest
B
list
C
liest
D
lese

Slide 6 - Quizvraag

Wo ist mein Hund? ...... (sehen) du ihn?
A
sehe
B
siehst
C
sehst
D
sieht

Slide 7 - Quizvraag

Ich ........ (sprechen) sehr gut Englisch.
A
spreche
B
spriche
C
sprieche
D
sprech

Slide 8 - Quizvraag

Wann ....... (treffen) Leo seine Freundin?
A
treffe
B
trefft
C
trifft
D
triefft

Slide 9 - Quizvraag

Trappen van vergelijking
leuk - leuker - leukst

Slide 10 - Tekstslide

groß ....
A
größer - größt
B
großer - großt
C
großer - am großten
D
größer - am größten

Slide 11 - Quizvraag

mooi - mooier- mooist =
schön - ............. - ..............

Slide 12 - Open vraag

Am Ende ist die Straße .............. (het breedst)
A
breitsten
B
am breitsten
C
breitesten
D
am breitesten

Slide 13 - Quizvraag

Meine Noten sind ...... (hoger) als deine.
A
hocher
B
höcher
C
höher
D
höhsten

Slide 14 - Quizvraag

Welche Stunde dauert ........ (het kortst)
A
kürzer
B
kürzest
C
am kürzesten
D
kurz

Slide 15 - Quizvraag

Ontleden
1e naamval = onderwerp
3e naamval = meewerkend voorwerp
4e naamval = lijdend voorwerp

Slide 16 - Tekstslide

Moritz schreibt seinem Vater eine E-Mail. E- mail staat in de .......
A
1e naamval
B
3e naamval
C
4e naamval

Slide 17 - Quizvraag

Der Nordpol ist ein sehr kaltes Gebiet.
Der Nordpol staat in de ......
A
1e naamval
B
3e naamval
C
4e naamval

Slide 18 - Quizvraag

Hast du mir die Geschichte erzählt?
die Geschichte staat in de ......
A
1e naamval
B
3e naamval
C
4e naamval

Slide 19 - Quizvraag

Ich schenke meiner Oma Blumen.
meiner Oma staat in de .....
A
1e naamval
B
3e naamval
C
4e naamval

Slide 20 - Quizvraag

der- en eingroep 
in de 1e/ 3e/ 4e naamval
Pak je schema erbij!
Bepaal eerst de naamval en vul daarna het juiste woord uit de der- of eingroep in

Slide 21 - Tekstslide

Der Leher gibt ........ Kindern (mv) die Aufgaben.
A
der
B
die
C
dem
D
den

Slide 22 - Quizvraag

........(mijn) Schwester ist krank.
A
mein
B
meine
C
meiner
D
meinen

Slide 23 - Quizvraag

Der Bauer hat ....... Schaf (o) Fütter gegeben.
A
das
B
der
C
dem
D
den

Slide 24 - Quizvraag

Kannst du mir ....... Stift (m) leihen?

A
dein
B
deine
C
deiner
D
deinen

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Tekstslide