adverbs & adjectives

Welcome everybody
"What did the ocean say to the beach?" "Nothing, it just waved."
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welcome everybody
"What did the ocean say to the beach?" "Nothing, it just waved."

Slide 1 - Tekstslide

Adjectives = bijv nw
Een bijvoeglijk naamwoord gebruik je om iets of iemand 
te omschrijven. Een bijvoeglijk naamwoord wordt vaak gevolgd door een zelfstandig naamwoord.

That is an amazing girl.
We all love that funny movie.
I think he is a terrible teacher.


Slide 2 - Tekstslide

Adverb = bijwoord
Een bijwoord gebruik je om aan te geven HOE iemand iets doet. Een bijwoord omschrijft vaak een werkwoord, maar ook een ander bijwoord  of een bijvoeglijk naamwoord 

                                                                                    Mary sings wonderfully.
                                                     My grandparents talk incredibly loudly.
                            I am eating an amazingly delicious steak right now.


Slide 3 - Tekstslide

Hoe maak je een bijwoord?
Bijvoeglijk naamwoord + LY
IC - ALLY
(fantastic - fantastically)
Y - ILY
funny - funnily

Slide 4 - Tekstslide


Ron is a careful driver. (bijv.nw)

Ron drives carefully.
(bijwoord)

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

My aunt always cries very ___!
A
loud
B
loudly

Slide 7 - Quizvraag

I am going to be ___ for school!
A
late
B
lately

Slide 8 - Quizvraag

Beyoncé dances ___, doesn't she?
A
fabulous
B
fabulously

Slide 9 - Quizvraag

Vinny plays rugby very ___.
A
good
B
well

Slide 10 - Quizvraag

Hermione ___ answered the question.
A
happy
B
happily

Slide 11 - Quizvraag

Extra oefenen met 
de adjectives & adverbs?



Slide 12 - Tekstslide