H1 3vwo les 3+4

• Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

scheikunde is overal

faseveranderingen

practicum 1.2

Fasen en temperatuur

Vast = solid (s)

Vloeibaar = liquid (l)

Gas = gas (g)

0 graden Celsius =

273 graden Kelvin (K)

Zuivere stof of mengsel

Zuivere stof (1 stof) of mengsel (meerdere stoffen)

participatiecijfer

-Elke week meetmoment

-inleveren op tijd en compleet = 1 punt

-Te laat ingeleverd, compleet of op tijd ingeleverd niet compleet = 0,5 punt

-Niet inleveren = 0 punten

-Cijfer eind van het jaar = aantal punten/aantal weken *9 +1

ontwikkelmiddag maandag

-uur 5-8

-vragenuurtje H1

-extra oefenen rekenwerk

-aanmelden via teams bij Mevrouw Klaassen

-aanmelden = verplicht komen

De dichtheid = 2,5 g/cm3
Het volume = 4 cm3
Bereken de massa

1. 4 : 2,5 = 1,6 g
2. 2,5 : 4 = 0,625 g
3. 2,5 x 4 = 10 g

Kraanwater is een ...

1. Zuivere stof
2. Mengsel

Het kookpunt van koper is 2843 K hoeveel graden Celsius is dat?

1. 3116 graden Celsius
2. 2670 graden Celsius
3. 2570 graden Celsius
4. 3016 graden Celsius

Een stof herken je aan de stofeigenschappen

1. Juist
2. Onjuist

Hoe wordt dit stuk in
de grafiek genoemd?

1. Kookpunt
2. Smeltpunt
3. Kookpunt
4. kooktraject

Een zuivere stof heeft een

1. kookpunt
2. een kooktraject
3. een kooktraject en een kookpunt
4. geen kooktraject

Koper is een ...

1. Zuivere stof
2. Mengsel

In het figuur hiernaast zijn twee branders afgebeeld.
Welke brander zal branden met een gele vlam?
En van welke brander zal de vlam de meeste warmte afgeven?

1. gele vlam links & meeste warmte links
2. gele vlam links & meeste warmte rechts
3. gele vlam rechts & meeste warmt links
4. gele vlam rechts & meeste warmte rechts

Wat staat niet op deze foto?

1. Reageerbuis
2. Reageerbuisrekje
3. Reageerbuisborstel
4. Reageerbuisstok

Bereken de dichtheid :
50 gram stof
met een volume van 10 cm3

1. 50 g/cm3
2. 0,5 g/cm3
3. 0,05 g/cm3
4. 5 g/cm3

Melk is een ...

1. Zuivere stof
2. Mengsel

Wanneer je de brander niet gebruikt om iets te verhitten staat deze op de

1. pauze vlam
2. kleurloze vlam
3. blauw ruisende vlam
4. veilige vlam

een blokje heeft een dichtheid van 2.0 g/cm3
water heeft een dichtheid van 1.0 g/cm3.
als het blokje in het water wordt gedaan dan.....

1. blijft het drijven
2. gaat het zweven
3. gaat het zinken

Practicum 1.2

Blz 20 in je boek

Je werkt in 2 tallen

Je krijgt 5 stoffen, waarmee je alle 4 experimenten doet

ex3: kleine spatelpuntje, ex4: niet schudden met duim, maar kwispelen!

De resultaten verwerk je in een tabel in je schrift + je maakt de vragen!

Klaar? Werkplek opruimen en laten controleren

Maken opdrachten: 22-29, 31-35 + begrippenlijst H1

Inleveren: opdracht 35 + begrippenlijst H1