Hoofdstuk 33 - Een goed idee

Hoofdstuk 33 - Een goed idee
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Speciaal OnderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 33 - Een goed idee

Slide 1 - Tekstslide

Lezen
Lees de tekst.
Ken je een woord niet? Zoek het op!
Zoek niet de hele zin op!
Probeer zelf te lezen, niet met Google Translate.
Schrijf nieuwe woorden op! 

Slide 2 - Tekstslide

Lees de tekst
Het is vrijdagochtend. Het is nog heel vroeg. Paula zit aan de tafel. Ze eet haar ontbijt. 
Trrr... Trrr... Paula hoort haar telefoon. Het is Paul. 
Paul zegt: 'Mijn collega is ziek. Ik moet vandaag werken. Ik kan Jos niet ophalen van het station.'
'Ah wat jammer!' zegt Paula. 'Maar ik heb een goed idee. Ik haal Jos op. Hoe laat komt de trein aan? En op welk spoor?'

Slide 3 - Tekstslide

Wat is Paula aan het doen?
A
Ze is aan het lezen
B
Ze is op Facebook aan het kijken
C
Ze is aan het ontbijten

Slide 4 - Quizvraag

Wat doet Paul?
A
Paul belt Paula
B
Paul stuurt Paula een berichtje op WhatsApp

Slide 5 - Quizvraag

Waarom kan Paul Jos niet ophalen?
A
Hij moet voor zijn collega zorgen
B
Hij heeft niet vrij gevraagd
C
Hij moet langer werken

Slide 6 - Quizvraag

Paula gaat Jos ophalen
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Wat vraag Paula aan Paul? Let op: het zijn twee vragen!

Slide 8 - Open vraag

Lees de tekst
Paul lacht. 'Dat is aardig van jou,' zegt hij. 'De trein komt aan om 15:35 op spoor 2b. Alvast bedankt!'
'Graag gedaan',  zegt Paula. 'En hoe laat kom jij thuis?'
Paul zegt: 'Om vijf uur ben ik thuis. Dan drinken we samen met Jos een glas wijn.'
'Gezellig,' zegt Paula. 'Maar hoe kom ik in jouw huis?' Paul zegt: 'Je kunt eerst naar school fietsen. Dan geef ik je de sleutel van mijn huis.'
'Prima!' zegt Paula. 


Slide 9 - Tekstslide

Wanneer komt de trein aan?
A
De trein komt 's ochtends aan
B
De trein komt 's middags aan
C
De trein komt 's nachts aan
D
De trein komt 's avonds aan

Slide 10 - Quizvraag

Paul is blij dat Paula wil helpen
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Hoe laat komt Paul thuis?
A
05:00
B
15:00
C
17:00

Slide 12 - Quizvraag

Wie geeft Paula de sleutel van het huis?
A
Jos
B
Paul
C
Een collega van Paul

Slide 13 - Quizvraag