La voix passive (grammaire A, chapitre 4)

Grammaire A, chapitre 4
La voix passive
De lijdende vorm               




1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Grammaire A, chapitre 4
La voix passive
De lijdende vorm               




Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Chapitre 4      grammaire A 

Zinnen kunnen in de bedrijvende (actieve) vorm staan, of in de lijdende (passieve) vorm. De lijdende vorm wordt vaak in teksten gebruikt.  De nadruk wordt gelegd op de handeling, niet op de uitvoerende persoon.

De lijdende vorm in het Frans wordt gemaakt met:
 het hulpwerkwoord être + voltooid deelwoord (+par)
Je vertaalt het werkwoord être hier met worden


Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

regardez la vidéo

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

Een actieve zin passief maken: stappenplan
  1. Stap 1: Kijk naar de zin. EXEMPLE: Les élèves écrivent une lettre
  2. Stap 2: In welke tijd staat hij?  écrivent > staat in de présent
  3. Stap 3: Het lijdend voorwerp wordt het nieuwe onderwerp: Une lettre
  4. Stap 4: Vervoeg être in de présent naar het nieuwe onderwerp: Une lettre est
  5. Stap 5: Je maakt van écrivent een voltooid deelwoord: écrivent > écrit
  6. Stap 6: Zet 3, 4 en 5 achter elkaar:  Une lettre est écrit
  7. Stap 7: Une lettre is vrouwelijk dus: Une lettre est écrite
   8. Oude onderwerp er nog bij: Une lettre est écrite par les élèves

In het Nederlands: De leerlingen schrijven een brief --> Een brief wordt geschreven door de leerlingen.

Slide 8 - Tekstslide

regardez la fin de la vidéo et 
répondez à la question

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

faites de la phrase
Le ver mangera la pomme.
une phrase passive

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

zelf een passieve zin maken
Kijk goed naar  de volgende vormen :
  • worden + voltdlw  = présent être + voltdlw
  • werden + voltdlw = imparfait être + voltdlw
  • zijn (+ geworden)  = passé composé être + voltdlw
  • zullen worden + voltdlw = futur être + voltdlw
  • door = par

Slide 13 - Tekstslide

Présent :
worden = être + voltooid deelwoord
Het boek wordt gelezen door de leerling.

Slide 14 - Open vraag

Imparfait :
werden= imparfait van être + voltooid Deelwoord
Jij werd uitgenodigd door Sophie.

Slide 15 - Open vraag


Passé composé :
zijn geworden = avoir été + voltooid deelwoord
U bent ontdekt door de politie.


Slide 16 - Open vraag

Futur :
zullen worden= futur van être + voltooid deelwoord
Het vaccin zal worden ontdekt

Slide 17 - Open vraag

De rente is gestort op mijn bankrekening.
A
L'intérêt est versé sur mon compte en banque.
B
L'intérêt a été versé sur mon compte en banque.
C
L'intérêt est été versé sur mon compte en banque.
D
L'intérêt a versé sur mon compte en banque.

Slide 18 - Quizvraag

De helft van het geld wordt opzij gezet.
A
La moitié de l'argent a été mis de côté.
B
La moitié de l'argent a été mise de côté.
C
La moitié de l'argent est mis de côté.
D
La moitié de l'argent est mise de côté.

Slide 19 - Quizvraag

ATTENTION
Par est remplacé par de pour les verbes aimer, connaître, respecter.
 Deze persoon wordt bemind / gekend/ gerespecteerd door iedereen.
Cette personne est aimée/ connue/ respectée de tout le monde.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Vragen of onduidelijkheden?

Stuur ze nu via Teams naar mij (Julia Cremers), zodat we kunnen bellen of zodat ik hier op een volgende les op terug kan komen voor extra uitleg.

Slide 22 - Tekstslide