2B2 Chap 6: prendre

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Bonjour!

Maak de zin ontkennend:

Nous parlons français.

Schrijf "C'est un animal sauvage" = met de ontkening

Maak de zin ontkennend:

Elle chante une chanson.

Maak ontkennend:
J'ai mangé. (nog niet)

Leerdoel 1: Je kunt iets ontkennen. 

Maak de volgende zin ontkennend met 
niet meer:  Je veux dormir maintenant

Vous parlez aussi anglais?
Nee, wij praten nooit Engels. vertaal in het Frans

wat zijn de 7 vraagwoorden?

	Wie
	Waarom
Qu'est-ce que
	Waar
Quand
	Hoe

De vraagwoorden

Qui

Pourquoi

Wat

Wanneer 

Où

Comment

Lisez les phrases.
Wat betekent het vraagwoord « quel »?
Quel est ton film préféré?
Tu préfères quel film?

Wat is het verschil tussen
quel en quelle?

Kies uit: quel - quelle - quels - quelles - qu'est-ce que
2. ______ est le prix d'un CD?

Kies uit: quel - quelle - quels - quelles - qu'est-ce que
3. ______ filles sont dans ta classe?

Choisis: quel-quelle-quels-quelles

................ sport pratiques-tu dans un stade?

Kies uit: quel - quelle - quels - quelles
Tu aimes ... livres (mmv)?

Welke onregelmatige werkwoorden kennen jullie?

On continue avec le verbe

 irrégulier 'prendre' (nemen)

(comprendre/ apprendre)

Neem H6 bron H voor je! Pag. 74

Let op!

apprendre = leren

comprendre = begrijpen

deze ww gaan net zoals prendre

alleen ff ap of com ervoor zetten...;-)

0

Dit was de tegenwoordige tijd!

NU

We gaan nu naar het verleden:

TOEN

Met de passé composé

Dus:

met een hulpww en een voltooiddeelwoord

Vous êtes prêts ?

Nu volgen er weer een paar vragen om te kijken of je het begrepen hebt.

Bonne chance !

Vervoeg in de présent:
Mon frère ... (prendre) toujours le bus.
Mijn broer neemt altijd de bus.

1. prennent
2. prend
3. prends
4. prenons

Vervoeg in de présent:
Vous ... (prendre) le taxi aujourd'hui.
Jullie nemen de taxi vandaag.

1. prends
2. prenez
3. prennent
4. prend

Vervoeg in de présent:
Mes parents ne ... (prendre) jamais de gâteau (=taart).
Mijn ouders nemen nooit taart.

1. prennent
2. prenez
3. prends
4. prenons

Vervoeg in de passé composé:

J' ... ... (prendre) le bus pour aller à Lyon.

Vervoeg in de passé composé:

Tu ... ... de la mousse au chocolat ?

En nu nog meer herhalen oefenen...

uit je boek 

oefenen met Verbuga.eu

Les devoirs

We doen samen ex. 30a,c,d

Je maakt zelf ex. 31ab

Klaar?

Extra oefenen met prendre op verbuga.eu

Klik de juiste tijden en ww aan!