WO - Nieuwe tijden

Nieuwe tijden
Tijd van vorsten en ontdekkingen
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
WereldoriëntatieLager onderwijs

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Nieuwe tijden
Tijd van vorsten en ontdekkingen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat denk je te leren over deze periode?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Tijd van vorsten en ontdekkingen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rond 1500 hadden rijke vorsten de macht in Europa overgenomen. Zij beschikten over vuurwapens en machtige legers. Daar konden stadsmuren en boogschutters niet tegenop. Hun wapens en soldaten betaalden de vorsten met belastinggeld en met de winsten uit de verre kolonies. Het was een nieuwe tijd. Over zee bereikten Europese schepen andere werelddelen. Columbus ontdekte Amerika. Vasco da Gama zeilde rond Afrika en bereikte Indië.
Tijd van vorsten en ontdekkingen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Antwerpen, een wereldhaven

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In de eerste helft van de 16e eeuw was Antwerpen een belangrijke wereldhaven. Onze streken behoorden tot het Spaanse wereldrijk. Luxegoederen werden uit alle delen van dat rijk in de Antwerpse haven aangevoerd en verhandeld. Buitenlandse kooplui zorgden voor de import en export van de producten.
Antwerpen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na de snelle groei van de Antwerpse haven kwam een periode van verval. Twisten tussen katholieken uit de Zuidelijke Nederlanden en protestanten uit het Noorden veroorzaakten oorlog.
Door de sluiting van de Schelde verloor Antwerpen voor eeuwen zijn rechtstreekse verbinding met de zee.
Antwerpen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijd van nieuwigheden

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De nieuwe tijd bracht veel technische uitvindingen. Door de boekdrukkunst werd kennis gemakkelijker verspreid. 
Kaarten zetten de wereld in beeld. 
Het kompas hielp scheepslui bij het vinden van hun route.
Verbeterde schepen als het karveel lieten toe om op volle zee te varen. 
Vanuit de verre landen kwamen nieuwe landbouwproducten naar Europa.
Door de ontdekking van Amerika waren aardappelen, mais, tomaten, katoen en tabak in Europa te koop.
nieuwigheden

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het meten van de lengteligging was pas in de 18e eeuw mogelijk.
Voor de breedteligging, de positie tussen Noord - en Zuidpool, gebruikten de Portugezen vanaf de 15e eeuw het zeeastrolabium, de graadboog en het kwadrant.
Dankzij het kompas, het lood en de zandloper was het mogelijk om doelgericht op zee te varen.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vonden zeevaarders de weg terug?
A
kompas
B
zandloper
C
sextant
D
GPS

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke extra hulpmiddelen helpen NU om de weg te vinden op zee?
A
stuur
B
radar
C
GPS
D
wind

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het karveel
Het karveel liet toe om op de oceaan te zeilen. 
Belangrijke verbeteringen waren het achterstevenroer, de hoge boord, de drie zeilenmasten.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zet de juiste naam  bij het deel van het schip.
roer
kiel
laadruimte
dek
kombuis
boeg
vlees, wijn, olie, graan, drinkbaar water

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

nieuwe producten
Europa leerde nieuwe producten uit Amerika kennen: rubber, tabak, tomaten, aardappelen, maïs, ananas, katoen, kalkoen.
Vanuit Europa werden varkens, paarden, koeien, schapen, geiten, kippen, eenden, tarwe en allerlei soorten fruit ingevoerd.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk bron 15 in je bronnenboek p. 22.
Sleep de producten naar de juiste plaats.
aardappelen
graan
olijven
maïs
tomaten
katoen
peer
kers
tabak
kip

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kolonisatie

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De eerste Amerikareizigers waren avonturiers. Ze waren in de eerste plaats op zoek naar rijkdom. Goud en zilver waren in Zuid - Amerika ruimschoots te vinden.
De verovering van dit continent ging gepaard met wreedheden.
Een groot deel van de Amerikaanse bevolking bekocht de komst van de Europese veroveraars met de dood.
Kolonisatie

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tegen vuurwapens hadden de indianen geen verweer. Ze waren ook niet bestand tegen de ziektes die de veroveraars met zich meedroegen en tegen het zware werk in de zilvermijnen en op de katoenplantages.
Daarom werden uit Afrika op grote schaal en met geweld zwarten als slaven naar Amerika gevoerd.
kolonisatie

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Slavernij Kaap de Goede Hoop
Waarom heet deze kust 'de Goede Hoop'?

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat kom je te weten over het leven van de slaven die hier werkten?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

De indianen
Hoe komt het dat er niet veel indianen meer zijn?

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De landing van Columbus in Amerika (1492)

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht: Bekijk de foto's in je bronnenboek p. 20 - 23
De illustraties stellen de indianen voor als woeste krijgers. De maker vertolkt daarbij de westerse opvatting dat de indianen heidense barbaren waren die ze niet konden bekeren tot het christendom. Een genocide van de indiaanse bevolking stuitte slechts op weinig protest in Europa.
De bouwwerken en het culturele erfgoed van de indianen (Azteken, Inca's) bewijzen dat het om hoog ontwikkelde beschavingen ging (feiten).

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom richtte Columbus dadelijk een kruis op, toen hij landde?

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe worden de indianen op deze afbeeldingen voorgesteld?
A
gelijkwaardige burgers
B
bewonderenswaardige strijders
C
halve wilden

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Drukt de maker van deze afbeelding hier een mening uit of een feit?
mening
feit

Slide 32 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

MENING!
Indianen zijn heidense barbaren, halve wilden.

Welke bronnen in het bronnenboek p. 21 bewijzen dat de tekenaars wellicht fout waren i.v.m. de indianen?

Slide 33 - Tekstslide

bronnen 18 en 20
DEEL 2

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijd van revoluties

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vanaf de 18e eeuw was de landbouw fel verbeterd.
Er kwam meer en beter voedsel. De bevolking op het platteland groeide aan. Vele boeren trokken naar de stad op zoek naar werk. 
In de fabrieken werden machines gebruikt om te spinnen en te weven. Stoomtuigen brachten de machines in beweging. Stoomtreinen en stoomschepen zorgden voor een beter transport van mensen en goederen.

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De macht van de vorsten werd kleiner ten voordele van het volk. Elk volk wilde zijn eigen land en eigen bestuur.
Eerst hadden alleen de rijken medezeggenschap.
In de 20e eeuw kwam er stemrecht voor iedereen.

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Industriële revolutie in België

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De eerste industriesteden groeiden in België na 1800.
In Wallonië haalden de mijnwerkers ijzererts en steenkool uit de mijnen. In het zuiden van het land ontstond zware industrie.
De industriële revolutie begon in Vlaanderen in de weverijen en de spinnerijen.
Gent en Aalst waren grote textielsteden. Antwerpen werd opnieuw een internationale haven.

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

België kreeg in de 19e eeuw een dicht spoorwegnet.
Dat maakte pendelarbeid tussen de steden en het platteland mogelijk.
Pas in de 20e eeuw werd de auto het belangrijkste transportmiddel en werden moderne wegen aangelegd.

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van kinderarbeid naar leerplicht

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In de fabrieken waren de lonen laag. Vrouwen en kinderen deden vuil en gevaarlijk werk en werden het minst betaald.
Door het lange werk in de fabrieken bleven de kinderen ongeletterd. 
De uitbuiting van de arbeiders duurde zeer lang. Pas toen er sociale wetten gemaakt werden, verbeterden de arbeidsomstandigheden.

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Er kwam leerplicht voor kinderen. Geleidelijk steeg ook de kwaliteit van het onderwijs. Er bleven echter grote verschillen tussen jongens en meisjes
Weinig meisjes bezochten het secundair onderwijs en nog minder het hoger onderwijs.

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Naar een beter leven

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een arbeidersmaal bestond hoofdzakelijk uit aardappelen en roggebrood. Geregeld staken hongersnoden de kop op.
Door de trek naar de stad heerste er een grote woningnood.
In tijden van crisis waren de armen afhankelijk van liefdadigheid.

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Met stakingen probeerden de arbeiders medezeggenschap te krijgen. Ze verenigden zich in vakbonden. Nadat de arbeiders stemrecht kregen, kwamen er sociale wetten.
Zo verdween de hongersnood uit West - Europa.
Moderne transportmiddelen zorgden voor de aanvoer van producten en levensmiddelen uit de hele wereld.

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies