4. Voedsel maken

Bonenverslag
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Bonenverslag

Slide 1 - Tekstslide

Gelukt?!
- Resultaten:
Tabellen in orde maken en in je verslag plakken.
Grafiek maken van de groei van de bruine boon en de kikkererwt).

- Conclusie:
Antwoord op je onderzoeksvraag: Wat is het verschil in groei tussen een bruine boon en een kikkererwt?
Welke plant groeit beter? Zijn er enkele bijzonderheden?
Wat ging er goed en minder goed aan deze opdracht?


Slide 2 - Tekstslide

Inleveren


Lever je bonenverslag in voor vrijdag 15 november om 00:00.

Slide 3 - Tekstslide

1.4: Voedsel maken

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen dat door fotosynthese voedsel en zuurstof ontstaat voor dieren en planten;
  • Je kunt de fotosynthese beschrijven;
  • Je kunt aangeven welke delen van planten de mens gebruikt als voedsel. 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Fotosynthese
  • Een reactie in de bladgroenkorrels van een plant waarbij nieuwe stoffen gemaakt worden. 

  •  Formule voor fotosynthese:
  • Water + koolstofdioxide + (zon)licht =>  glucose + zuurstof

Slide 7 - Tekstslide

Wat gebeurt er nu echt? Lees de tekst en kijk naar het plaatje
  1. De plant neemt water en mineralen op uit de grond.

  2. De plant neemt koolzuurgas (koolstofdioxide) op met het blad.

  3. In het blad (bladgroenkorrels) worden koolzuurgas en water met elke gemengd met behulp van zonlicht.

  4. Door het mengen ontstaat zuurstof en suikers (glucose).

  5. Een deel van de zuurstof wordt aan de lucht gegeven.

  6. De overige zuurstof en suiker gebruikt de plant om te leven.


Slide 8 - Tekstslide

Wortels nemen water en mineralen op.
Huidmondjes (in de bladeren) nemen koolstofdioxide op en geven zuurstof af.

Slide 9 - Tekstslide

Belang van fotosynthese

Slide 10 - Tekstslide

Eetbare delen

Slide 11 - Tekstslide

Waar gebruikt hij die suiker dan voor?
De plant kan de glucose weer gebruiken en omzetten in andere dingen:

1: Eiwitten, zijn voor groei van de plant en opslag. Eiwitten worden gemaakt met behulp van mineralen uit de grond.

2: Vetten, opslagvoedsel voor de zaadjes.

3: Zetmeel, opslagvoedsel voor plant zelf.

Slide 12 - Tekstslide

Huiswerk
  • Paragraaf 4: Voedsel maken 
  • Opdracht 1 t/m 8.
  • Bladzijde 39.


  • Werken aan bonenverslag!

Slide 13 - Tekstslide

Leerdoelen behaald?!

Slide 14 - Tekstslide

Fotosynthese vindt plaats in de?
A
Wortels
B
Bladeren
C
Bloemen
D
Vruchten

Slide 15 - Quizvraag

Wat wordt er door de plant gemaakt waardoor wij kunnen leven?
A
Koolstofdioxide
B
Glucose
C
Zuurstof
D
Water

Slide 16 - Quizvraag

Voor fotosynthese heeft een plant ..... nodig
A
Water en zuurstof
B
Glucose en licht
C
Water, koolstofdioxide en licht
D
Licht, zuurstof en koolstofdioxide

Slide 17 - Quizvraag

Welke delen van een plant kunnen we eten?
A
Zaden en bladeren
B
Zaden, bladeren en stengels
C
Zaden, bladeren, stengels en wortels
D
Zaden, bladeren, stengels, wortels en vruchten

Slide 18 - Quizvraag

Welke organismen leven van het voedsel (glucose) dat de bladeren van planten maken?
A
De planten zelf
B
Dieren
C
Planten en Dieren

Slide 19 - Quizvraag

In de nacht kan een plant ook fotosynthese doen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Glucose
Koolstofdioxide
Water
Zuurstof
Energie uit licht

Slide 21 - Sleepvraag

In de levenscyclus van een bruine boon komen als stadia o.a. kiemplant en volwassen plant voor. In het stadium van de kiemplant ontstaan de zaadlobben
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quizvraag

Als een boom elk jaar zwaarder wordt, noem je dat ontwikkeling
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Een stilzittende, bijna niet ademende sprinkhaan is dood
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quizvraag


Margot is door alle inspanning van het feest erg moe geworden. Na een uur valt ze flauw bij de toiletten. Sasha roept in paniek de mentor en zegt tegen hem : "Margo ligt er levenlooos bij "
Leg uit dat Margo een verkeerd woord gebruikt 

Slide 25 - Open vraag


De meeste mensen leren tegenwoordiig al jong om een computer te gebruiken. Veel computers werken met een muis of touchscreen. Voordat je met computers kunt werken, moet je leren omgaan met de muis of het touchscreen. Tot welk type ontwikkeling behoort het leren omgaan met muis of touchscreen. ?
A
Geestelijke ontwikkeling
B
Lichamelijke ontwikkeling
C
Motorische ontwikkeling

Slide 26 - Quizvraag