G2MH - 20-1-2025 - Fictie H4 - les 5 en 6

Welkom bij Nederlands
Op tafel heb je liggen:
  •  Lesboek;
  •  Moduleboekje 'Fictie en poëzie';
  •  Schrift;
  •  Pen.
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands
Op tafel heb je liggen:
  •  Lesboek;
  •  Moduleboekje 'Fictie en poëzie';
  •  Schrift;
  •  Pen.

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
  • Aan de slag met het moduleboekje 'Fictie en poëzie'.  
  • Bespreken huiswerk: 
       blz. 171-175 => opdrachten 4 t/m 6

Slide 2 - Tekstslide



Je kunt
  • het verschil omschrijven tussen fictie en zakelijke teksten;
  • het verschil omschrijven tussen fictie en poëzie;
  • personages en perspectief herkennen in een verhaal;
  • tijd en plaats duiden in een verhaal;
  • genres en hun kenmerken herkennen en benoemen;
  • gedichten herkennen en hun kenmerken herkennen en benoemen.


Je leert:
  • Je leert wisseling van tijd, plaats, perspectief.
  • Je leert over cliffhangers, sfeer en ruimte (plaats).
Doel lessenserie
Lesdoel

Slide 3 - Tekstslide

Bespreken huiswerk
Fictie (blz. 168-171) in je lesboek: 
opdrachten 1 t/m 3

Slide 4 - Tekstslide

Misdaad 

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht
Maak opdracht 1 uit je Nieuw Nederlands lesboek.

  

Je vindt deze opdracht op bladzijde 180.
timer
5:00

Slide 6 - Tekstslide

4.1. Wisseling van tijd, plaats of perspectief
  • Sfeer: waar het verhaal zich afspeelt, is van groot belang;
  • Tijd speelt ook een belangrijke rol. Een verhaal kan zich in een bepaalde tijd afspelen (afhankelijk van het genre);
  • De schrijver kan ook met de tijd spelen om spanning te creëren. Bijvoorbeeld: chronologisch of niet-chronologisch, flashbacks of flashforwards, tijd versnellen of vertragen.

Slide 7 - Tekstslide



Door met tijd, plaats of perspectief te spelen, kan de schrijver:
  • Nieuwsgierigheid opwekken;
  • De spanning van een verhaal opbouwen;
  • Kleine beetjes informatie geven over bepaalde tijdstippen of plaatsen in het verhaal of over bepaalde personages. 

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht
Maak opdrachten 2 en 3 uit je Nieuw Nederlands lesboek.

Je vindt deze opdrachten vanaf bladzijde 180.
timer
10:00

Slide 9 - Tekstslide

4.2. Spanning door sfeer en ruimte
  • De plaats waar een verhaal zich afspeelt, kan de sfeer van een verhaal bepalen;
  • Een verhaal voelt dan op een bepaalde manier aan, doordat de omgeving daarop inspeelt (vrolijk - somber - dreigend enzovoorts);
  • De omgeving - ruimte en plaats - zorgen voor een bepaalde sfeer of gemoedstoestand;
  • De ruimte is de plaats waar het verhaal zich afspeelt.

Slide 10 - Tekstslide



Je kunt
  • het verschil omschrijven tussen fictie en zakelijke teksten;
  • het verschil omschrijven tussen fictie en poëzie;
  • personages en perspectief herkennen in een verhaal;
  • tijd en plaats duiden in een verhaal;
  • genres en hun kenmerken herkennen en benoemen;
  • gedichten herkennen en hun kenmerken herkennen en benoemen.


Je leert :
  • wisseling van tijd, plaats, perspectief herkennen.
  • cliffhangers, sfeer en ruimte (plaats) herkennen en kunt de functie daarvan in het verhaal uitleggen.
Doel lessenserie
Lesdoel

Slide 11 - Tekstslide

Volgende les
Donderdag 23 januari
  • maken Fictie (blz. 180-183) in je lesboek): opdrachten 1 t/m 3 (maken in je schrift)
  • leren theorie in het werkboek H1 t/m H3 en H4 t/m §4.2 




Slide 12 - Tekstslide

Opdracht
Maak opdracht 4 en 5 uit je Nieuw Nederlands lesboek.

Je vindt deze opdrachten in op bladzijde 183 - 187.

Slide 13 - Tekstslide

4.3. Spanning door cliffhanger
  • Een verhaal kan je spannend maken door bijvoorbeeld de tijd te versnellen/vertragen of door een snelle wisseling van tijd plaats of perspectief in het verhaal te plaatsen;
  • Cliffhanger: 'Een onderbreking van het verhaal op een spannend moment';
  • Je wilt weten hoe het verhaal afloopt, of verdergaat;
  •  Denk ook aan series of films.

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht
Maak opdrachten 6 en 7 uit je Nieuw Nederlands lesboek.
  

Je vindt deze opdrachten op bladzijde 185-187.

Slide 15 - Tekstslide

Volgende les
Vrijdag 23 januari
  • maken Fictie (blz. 180-187) in je lesboek): opdrachten 4 t/m 7 (maken in je schrift)
  • leren theorie in het werkboek H1 t/m H4




Slide 16 - Tekstslide