Woordenschat (moeilijke woorden én...)H1: hoe zoek je onbekende woorden op?
1. zoek in de tekst naar een synoniem
2. zoek in de tekst naar de betekenis van het onbekende woord
3. zoek in de tekst naar een voorbeeld
4. zoek in de tekst naar een tegenstelling
5. zoek in het woord dat je niet kent een bekend woorddeel
H2: figuurlijk taalgebruik (uitdrukkingen en spreekwoorden)
-Hoe zoek je deze op in het woordenboek? Kijk naar het eerste zelfstandig naamwoord in de uitdrukking.
Oefenen: De radijsjes schoten de grond uit.
H3: voorvoegsels (on-, wan-, her-, non-, mis-, ex-, inter-)
Voorbeeld: interland, wanhoop, herexamen, non-verbaal, misverstand, ex-directeur)