V6C 2e les periode 2

WELKOM
bij de instructieles Nederlands 
van 12 november
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

WELKOM
bij de instructieles Nederlands 
van 12 november

Slide 1 - Tekstslide

inhoud
- werklessen;
- onderwerpen keuzemodule 5;
- aanpak examentekst en examenvragen;
- herhaling argumentatieleer.

Slide 2 - Tekstslide

Welk onderwerp van module 5 spreekt je aan? (je mag meer noemen)

Slide 3 - Open vraag

aanpak examentekst
1. markeerstift of pen in de hand;
2. globaal lezen: titel, bron, eerste en laatste alinea (waarom?);
3. eerste en laatste zin van elke alinea lezen (waarom?);
4. de hele tekst lezen en opvallende formuleringen / 
     signaalwoorden markeren;
5. woordbetekenissen opzoeken die je niet uit de context kunt 
     halen.

Slide 4 - Tekstslide

aanpak examenvragen
- markeer opvallende formuleringen: 
   --  strekking van ... (vraag 1 en 2)
   --  in het licht van ... (vraag 12)
   --  zinsgedeelte (vraag 24)
   --  visie op ... (vraag 34 en 35)
   --  volledige zinnen (vele vragen)
   --  niet meer dan x woorden (vele vragen)
   --  genoemde alinea('s) (vraag 6, 7, 9, 11 etc)

Slide 5 - Tekstslide

aanpak examenvragen vervolg
- antwoord staat bijna nooit letterlijk in de tekst, dus zoek naar 
   parafrases van vraaggedeeltes (1A, 2A, 5A);
- meerkeuzeantwoorden bestaan bijna altijd uit 2 gedeeltes: 
   beide delen moeten correct zijn (vraag 26 het duidelijkst).

Slide 6 - Tekstslide

herhaling argumentatieleer
Argumentatie analyseren = deel leesvaardigheid / examen
- Wat is de want/dusproef?
- Wat is het verschil tussen onderschikkende en 
   nevenschikkende argumentatie?
- Welke 6 argumentatieschema's heb je geleerd?
Zie Talent hoofdstuk 10, examenbundel blz 66-68, volgende slides.

Slide 7 - Tekstslide

argumentatieschema's
Zeggen iets over het verband tussen standpunt en argument.
  • Argumentatie op basis van autoriteit: gezaghebbende bron zegt iets     over het standpunt.
     Kritische vraag: heeft de bron voldoende gezag op het terrein van het  
                                       standpunt / is hij onpartijdig?
  • Argumentatie op basis van kenmerk / eigenschap: kenmerkende eigenschap van persoon / object uit het standpunt wordt gebruikt.
     Kritische vraag: doet het kenmerk of de eigenschap voldoende ter zake?

Slide 8 - Tekstslide

argumentatieschema's vervolg
  • Argumentatie op basis van oorzaak en gevolg: er wordt een beroep gedaan op de gevolgen of de oorzaak van het standpunt.
     Kritische vraag: is de oorzaak-gevolgrelatie tussen standpunt en 
                                       argument waarschijnlijk?
  • Argumentatie op basis van vergelijking / analogie: er wordt een beroep gedaan op een overeenkomstige situatie.
     Kritische vraag: zijn beide situaties voldoende gelijk van aard? 
                                Of: moet je gelijke gevallen altijd gelijk behandelen?

Slide 9 - Tekstslide

argumentatieschema's vervolg
  • Argumentatie op basis van voorbeelden: een concreet voorbeeld van een verschijnsel wordt gebruikt.
      Kritische vraag: is het voorbeeld correct en voldoende voor het     
                                        standpunt?
  • Argumentatie op basis van voor- en nadelen: de voor- en/of nadelen van de handeling uit het standpunt worden gebruikt.
      Kritische vraag: klopt de informatie en zijn er factoren die de voor- of 
                                        nadelen teniet doen?

Slide 10 - Tekstslide

individueel werken
- maak een planning voor module 4;
- werk aan module 4;
- denk na over het onderwerp voor module 5 
   (uiterlijk 1 december je keuze inleveren);
- bereid je mondeling voor.

Slide 11 - Tekstslide