Naamvallen - ontleden

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Naamvallen - ontleden

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
- Wat betekenen de naamvallen?
- Wat is de der-groep?
- Wat is de ein-groep?





Slide 3 - Tekstslide

Koppel het zinsdeel aan de juiste naamval.
Onderwerp
Lijdend voorwerp

Meewerkend voorwerp (aan of voor )
1e
3e
4e

Slide 4 - Sleepvraag

Lijdend voorwerp
Onderwerp
Meewerkend voorwerp
Den Mann
die Frau
das Kind
Der Mann
die Frau
das Kind
Dem Mann
der Frau
Dem Kind

Slide 5 - Sleepvraag

Wat betekenen de naamvallen?
1 = Nominativ = De eerste naamval is een ander woord voor Onderwerp.
4 = Akkusativ = De vierde naamval is een ander woord voor Lijdend voorwerp.
3 = Dativ = De derde naamval is een ander woord voor Meewerkend voorwerp.
2= Genitiv= geeft bezit aan ('van')

Slide 6 - Tekstslide

Ontleden
Onderwerp = Wie/ Wat + gezegde (alle werkwoorden)? (actief)

Lijdend voorwerp = Wie/ Wat + gezegde (alle werkwoorden) + onderwerp? (passief)

Meewerkend voorwerp = aan / voor wie/ wat?

Slide 7 - Tekstslide

Wat is de der-groep?
Leer deze tabel uit je hoofd!

Slide 8 - Tekstslide

Wat is de ein-groep?
Leer deze tabel uit je hoofd!
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
1
ond.
ein 
ein-e 
ein
kein-e
3
Mv
ein-em 
ein-er 
ein-em 
kein-en Kindern
4
Lv
ein-en 
ein-e
ein
kein-e

Slide 9 - Tekstslide

der en ein-groep
Leer deze tabel uit je hoofd!
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
1
ond.
der
ein 
die
ein-e 
das 
ein
die
kein-e
3
Mv
dem
ein-em 
der
ein-er 
dem
ein-em 
den
kein-en Kindern
4
Lv
den
ein-en 
die
ein-e
das
ein
die
kein-e

Slide 10 - Tekstslide

An die Arbeit!

Slide 11 - Tekstslide

1. Er hat d___ Mutter ein Computer gegeben.

Slide 12 - Open vraag

2. D_____ Mann (m) hat seinem Freund eine Karte geschickt.

Slide 13 - Open vraag

3. D_____ Buch (o) habe ich heute gekauft

Slide 14 - Open vraag

5. Kennst du d_____ Bruder (m)?

Slide 15 - Open vraag

6. Stephan hat d_____ Junge (m) und d____ Mädchen (o) gesehen.

Slide 16 - Open vraag

7. Fahren wir heute zu dein_____ Mutter (v) ?

Slide 17 - Open vraag

Gestern hat d____ Frau (v) d_____ Mann noch ein Geschenk gegeben.

Slide 18 - Open vraag

Solch___ Aufgaben (mv) finde ich schwierig

Slide 19 - Open vraag

Er will mit alle__ Freunde___ (mv) ein Party geben

Slide 20 - Open vraag

M__ Nachbarn (m) hat mich gesehen

Slide 21 - Open vraag


Na deze les, 
wil ik...
de uitleg nog 1 keer horen
meer voorbeelden krijgen
meer oefeningen maken
de leerstof thuis nog even bekijken
overgaan naar nieuwe leerstof
nog meer te weten komen over de leerstof
niet meer te weten komen over de leerstof
nog iets anders (vul de vraag op de volgende slide in)

Slide 22 - Poll


Nog iets anders, namelijk...

Slide 23 - Open vraag


Nog iets anders, namelijk...

Slide 24 - Open vraag


Hoe vond je 
deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll