6.5 Weefselvloeistof en lymfe

Eerst even een stukje herhaling
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Eerst even een stukje herhaling

Slide 1 - Tekstslide

Wat is slagaderverkalking?
A
hoge bloeddruk
B
vernauwing van de bloedvaten
C
hartinfarct
D
herseninfarct

Slide 2 - Quizvraag

Wat gebeurt er bij een hartinfarct?
A
Een kansader van het hart raakt verstopt
B
Een kransslagader van het hart raakt verstopt
C
De bloeddruk wordt te hoog
D
De bloeddruk daalt te snel

Slide 3 - Quizvraag

6.5 Weefselvloeistof en lymfe
Je kunt de kenmerken van weefselvloeistof en lymfe noemen.
Je kunt beschrijven dat het lymfevatenstelsel bestaat uit lymfevaten en lymfeknopen.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Het lymfevatenstelsel

  • nauw verbonden met bloedvatenstelsel
  • zuivert het bloed van micro-organismen

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Hoe heten de vloeistoffen?
  • Bloedplasma = water met opgeloste stoffen
  • Bloedplasma uit haarvaten geperst naar cellen weefsel = weefselvloeistof
  • Gedeelte weefselvloeistof terug haarvaten in = bloedplasma
  • Gedeelte weefselvloeistof in lymfevat = lymfe

Slide 8 - Tekstslide

Vorming weefselvloeistof
Slagaders: hoge bloeddruk

Haarvaten: bloeddruk neemt af.
Vorming weefselvloeistof

Aders: lage bloeddruk
Deel weefselvloeistof wordt weer opgenomen.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Leg uit waarom er vooral in de grote bloedsomloop vocht uit de haarvaten naar buiten wordt geperst?
A
In de kleine bloedsomloop is de bloeddruk hoger dan in de grote bloedsomloop.
B
In de grote bloedsomloop is de bloeddruk hoger dan in de kleine bloedsomloop.

Slide 11 - Quizvraag

Weefselvloeistof
De cellen rondom de haarvaten nemen zuurstof en voedingsstoffen op uit het weefselvloeistof.

De weefselcellen produceren dan C02 en afvalstoffen.

Dit wordt weer afgegeven aan de weefselvloeistof.

Slide 12 - Tekstslide

Wat is de functie van weefselvloeistof?
A
O2 en voedingsstoffen vanuit de haarvaten naar de cellen toevoeren
B
O2 en voedingsstoffen vanuit de cellen naar de haarvaten toevoeren
C
CO2 en andere afvalstoffen naar de cellen toevoeren
D
CO2 en andere afvalstoffen van de cellen wegvoeren

Slide 13 - Quizvraag

Door bloed worden zuurstof, voedingsstoffen, koolstofdioxide en andere afvalstoffen vervoerd. Welke van deze stoffen komen ook in lymfe voor?
A
alleen zuurstof
B
alleen koolstofdioxide
C
zuurstof, koolstofdioxide en voedingsstoffen
D
zuurstof, koolstofdioxide, voedingsstoffen en andere afvalstoffen

Slide 14 - Quizvraag

Wat kan er NIET in lymfe zitten?
A
Antistoffen
B
Afvalstoffen
C
Rode bloedcellen
D
Koolstofdioxide

Slide 15 - Quizvraag

Lymfevaten
  • Kleppen: lymfe stroomt maar in 1 richting.
  • Vloeistof stroomt weg van cellen in organen
  • Stroming ontstaat door samentrekking van naastgelegen spieren.

Slide 16 - Tekstslide

In welke richting wordt
lymfe in dit lymfevat
vervoerd?
A
Richting P
B
Richting Q
C
Zowel richting P als Q

Slide 17 - Quizvraag

Lymfeknopen
In de lymfeknopen (lymfeklieren) wordt de lymfe gezuiverd van ziektekiemen doordat ze witte bloedcellen bevatten..



Slide 18 - Tekstslide

Een zuurstofdeeltje bevindt zich in een haarvat. In welk van de delen a tot en met e komt het zuurstofdeeltje achtereenvolgens terecht?

a ader onder het sleutelbeen d lymfevat
b borstbuis e vocht tussen de cellen
c bovenste holle ader
A
e - b - a - c - d
B
e - d - a - c - b
C
e - d - b - a - c
D
e - d - b - c - a

Slide 19 - Quizvraag


vocht tussen de cellen

lymfevat

borstbuis

ader onder het sleutelbeen

bovenste holle ader

Slide 20 - Tekstslide

Aan het werk
Bestudeer 6.5
Maak opdracht 39 t/m 41

Slide 21 - Tekstslide