Weerkunde - Hoofdstuk 2: Samenstelling en gelaagdheid van de atmosfeer

Onderwerpen
Atmosfeer: samenstelling, gelaagdheid
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
natuurkundeHBOStudiejaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Onderwerpen
Atmosfeer: samenstelling, gelaagdheid

Slide 1 - Tekstslide

a) Hoe heet de onderste laag van de atmosfeer?

Slide 2 - Open vraag

Samenstelling en gelaagdheid van de atmosfeer. 

Slide 3 - Tekstslide

b) Welke hoogte bereikt de troposfeer?

Slide 4 - Open vraag

c) Wat is de gemiddelde temperatuurgradiënt van de troposfeer?

Slide 5 - Open vraag

d) Hoe heet de bovengrens van de troposfeer?

Slide 6 - Open vraag

e) Beschrijf in woorden wat er met de temperatuur gebeurd in de stratosfeer.

Slide 7 - Open vraag

f) Verklaar deze temperatuurwijziging.

Slide 8 - Open vraag

g) Verklaar waarom er meer stof blijft hangen in de stratosfeer.

Slide 9 - Open vraag

Paar leuke feitjes over de troposfeer: 
- Dit is de onderste laag van de atmosfeer waar vrijwel alle weersverschijnselen optreden.
- De troposfeer bevat ongeveer 80 procent van de totale luchtmassa van de hele atmosfeer.

Slide 10 - Tekstslide

h) Verklaar waarom de stofdeeltjes in de troposfeer minder lang aanwezig zullen zijn dan in de stratosfeer.

Slide 11 - Open vraag

i) Hoe heet de bovengrens van de stratosfeer?

Slide 12 - Open vraag

j) Hoe heet de laag boven de stratopauze?

Slide 13 - Open vraag

k) Beschrijf in woorden wat er met de temperatuur gebeurd in de mesosfeer.

Slide 14 - Open vraag

l) Hoe heet de bovengrens van de mesosfeer?

Slide 15 - Open vraag

m) Hoe heet de laag boven de mesosfeer?

Slide 16 - Open vraag

n) Beschrijf in woorden wat er met de temperatuur gebeurd.

Slide 17 - Open vraag

o) De mesosfeer en de thermosfeer lijken in sommige opzichten op elkaar. Samen worden deze twee lagen vaak de ionosfeer genoemd. Weet je waarom?

Slide 18 - Open vraag

p) De geladen deeltjes komen niet overal evenveel voor. Er zijn vier lagen in de ionosfeer waarin veel van deze ionen zitten. Ze worden aangegeven met letters. Zo is er de D-, E-, F1- en F2-laag. Voor de mens zijn deze lagen van geladen deeltjes heel handig. Waar wordt dit voor gebruikt?

Slide 19 - Open vraag

q) De ionosfeer is ’s nachts veel geringer aanwezig. Waar kan dat door komen?

Slide 20 - Open vraag

r) Er gebeurt nog veel meer in de ionosfeer. Wat zie je in de afbeelding in de ionosfeer plaatsvinden?

Slide 21 - Open vraag

s) Op een hoogte van ongeveer 400 kilometer houdt de ionosfeer op. Hoe heet de bovengrens van de thermosfeer?

Slide 22 - Open vraag

t) De bovenste laag heet de exosfeer. De zwaartekracht is hier heel zwak. Wat zal hier het gevolg van zijn?

Slide 23 - Open vraag

Waarom de hoeveelheid waterdamp aan de polen veel geringer dan in de tropen?

Slide 24 - Open vraag