Startles

1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Doelen
Aan het eind van deze les:
  • hebben we kennisgemaakt.
  • weet je wat er de aankomend weken van je verwacht wordt bij Nederlands.
  • hebben we een start gemaakt met het vak.

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Kennismaken
  • Gedragsverwachtingen en werkafspraken
  • Periode 1
  • Terugblik
  • Begin maken met novelle Maas K.

Slide 3 - Tekstslide

Kennismaken
  • Mevr. Odink
  • Balkbrug
  • Frans en Nederlands
  • Getrouwd, twee kinderen
  • Wielrennen, wandelen en lezen

Slide 4 - Tekstslide

Kennismaken

  • Wie zijn jullie?

Slide 5 - Tekstslide

Gedragsverwachtingen
       Uitgangspunt:   Je bent hier te gast, je gedraagt je fatsoenlijk.

  • Je bent op tijd in de les.
  • Je jas ligt in je kluis.
  • Je komt rustig binnen: je doet je telefoon in de mobieltas en legt je spullen op tafel.
  • Je komt voorbereid binnen: je laptop is opgeladen en je huiswerk is gemaakt.
  • Je doet actief mee tijdens de les.
  • Je bent stil als dat van je gevraagd wordt.
  • Je bent aardig voor je klasgenoten en voor je docent.

Slide 6 - Tekstslide

Werkafspraken
  • Neem iedere les je laptop, boek, etui en oortjes/koptelefoon mee.
  • Zorg dat je altijd iets te lezen bij je hebt.
  • Iedere vrijdag is fictiedag: eerste 25 minuten lezen!
  • De opdrachten maak je online of in je schrift: de keuze is aan jou.
  • Bij de onderdelen Leesvaardigheid en Grammatica werken we met boek en schrift.

Slide 7 - Tekstslide

Periode 1
  • Toets Lezen
  • Toets woorden, grammatica en spelling
  • Samen kort verhaal Maas K. lezen
  • Boek 1 (titel naar keuze) lezen 

   -> Magister - Elo


Slide 8 - Tekstslide

Terugblik

Slide 9 - Tekstslide

Hoe heb je het vak Nederlands ervaren in leerjaar 1 en 2?
😒🙁😐🙂😃

Slide 10 - Poll

Terugblik Nederlands in de onderbouw

  • Hoe heb je het vak ervaren?
  • Wat vond je leuk?
  • Wat vond je niet leuk?
  • Wat vond je makkelijk?
  • Wat vond je lastig?
  • Wat hoop je dat er dit jaar in ieder geval aan bod komt?

Slide 11 - Tekstslide

Wat voor lezer ben jij?
Link

Slide 12 - Tekstslide

Love to read!

Slide 13 - Tekstslide

Dunste boekje

Slide 14 - Tekstslide

Geschiedenis-/oorlogsverhalen

Slide 15 - Tekstslide

Science fiction / Fantasy

Slide 16 - Tekstslide

Young adults

Slide 17 - Tekstslide

Volwassenliteratuur

Slide 18 - Tekstslide

Wat voor lezer ben jij?
Love to read!
Dunste boek
Geschiedenis / oorlog
Science Fiction / Fantasy
Young Adult
Volwassen-literatuur

Slide 19 - Poll

Welk boek lees jij nu?

Slide 20 - Woordweb

Welk boek raad jij aan?

Slide 21 - Woordweb

Wat voor lezer ben jij?
    Wat voor boeken lees jij voornamelijk?

    Welke boeken lees jij in je vrije tijd?

    Wat is jouw favoriet soort boek?

    Welk boek lees je op dit moment?

    Welk boek wil je dit jaar graag lezen?



Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Doelen
Aan het eind van deze les:
  • weet je wat er de aankomend weken van je verwacht wordt bij Nederlands.
  • hebben we een start gemaakt met het vak.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

RONDE 1: algemene kennis
🎉

Slide 26 - Tekstslide

Hoeveel woorden rijmen er op het woord 12
A
26
B
46
C
16
D
0

Slide 27 - Quizvraag

In welk jaar werd de euro ingevoerd in Nederland?
A
2001
B
2000
C
2002
D
2003

Slide 28 - Quizvraag

Vanaf welke leeftijd mag je (legaal) een trekker besturen?
A
15
B
16
C
17
D
18

Slide 29 - Quizvraag

Volgens het oude spreekwoord leiden meerdere wegen naar
A
Praag
B
Parijs
C
Maaskantje
D
Rome

Slide 30 - Quizvraag

RONDE 2: Leestekens 
🎉

Slide 31 - Tekstslide

Het Dagblad van het Noorden gebruikte een citaat om een punt duidelijk te maken.

Wat betekent citaat?
A
een letterlijk weergegeven tekst
B
een spreekwoord
C
een feitelijk onderzoek

Slide 32 - Quizvraag

'Vanmiddag om vier uur gaan we terug', zei hij.
A
citaat
B
geen citaat

Slide 33 - Quizvraag

Hoe heten de leestekens die hierboven staan? Sleep de juiste naam naar het juiste leesteken.
aanhalingsteken
komma
punt
puntkomma
vraagteken

Slide 34 - Sleepvraag

RONDE 3: Samenstellingen
🎉

Slide 35 - Tekstslide

Schrijf de samenstelling goed:
aap + trots

Slide 36 - Open vraag

Schrijf de samenstelling goed:
krant + jongen

Slide 37 - Open vraag

Schrijf de samenstelling goed:
groenten + soep

Slide 38 - Open vraag

Sleep de woorden naar de juiste categorie: goed of fout geschreven?
Foute
Samen-
stelling
Goede
samen-
stelling
leerlingsraad
Koninginnedag
meningsverschil
Varkensstal
berensterk
secondewijzer
kippensoep
rozengeur

Slide 39 - Sleepvraag

RONDE 4: werkwoorden
🎉

Slide 40 - Tekstslide

De regel van het kofschip is voor
A
spelling van werkwoorden in VT
B
spelling van werkwoorden in TT
C
spelling van zelfstandige naamwoorden
D
spelling van alle woorden

Slide 41 - Quizvraag

Welke regel wordt gebruikt voor het spellen van het woord in hoofdletters?
"Hij VINDT haar wel leuk."
A
tegenwoordige tijd: ik-vorm +t
B
verleden tijd: ik-vorm +te(n)
C
verleden tijd: ik-vorm +de(n)
D
verleden tijd: voltooid deelwoord op +d

Slide 42 - Quizvraag

Hij (worden) in de vakantie 16 jaar.
A
word
B
wordt
C
wort
D
worden

Slide 43 - Quizvraag

Zij is vorige week (verhuizen)
A
Verhuisd
B
verhuist
C
geverhuist
D
geverhuisd

Slide 44 - Quizvraag

Schrijf het werkwoord goed op:
Zij hebben de bestanden (deleten)

Slide 45 - Open vraag

En de winnaar is...

Slide 46 - Tekstslide