Module 1: Les 4: Online communiceren

Online communiceren
Leerjaar 1  - module 1 -  Les 4 
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
DigiskillsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 75 min

Onderdelen in deze les

Online communiceren
Leerjaar 1  - module 1 -  Les 4 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na deze les...
  • kan ik online op een respectvolle manier communiceren met anderen
  • denk ik na voordat ik iets typ, deel of verstuur naar mijn vrienden, familie of anderen
  • weet ik dat dat emoticons verschillende betekenissen kunnen hebben en gebruik ik ze op de juiste manier (VB:         +          ) 
  • begrijp ik dat ik mijn taalgebruik moet aanpassen wanneer ik een e-mail of een WhatssApp bericht stuur. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

KLETSKAART

Slide 3 - Tekstslide

Om het gesprek te openen!

Pak uit de kletskaarten van de Mediajungle een GELE kaart zoals:

  • Aan wie stuurde je vanmorgen je eerste berichtje?
  • Wat is jouw laatst gebruikte emoticon?
  • Hou je online je mening wel eens voor je?
Of een BLAUWE:

  • Hoe blijf jij online vriendelijk?
  • Ga jij online hetzelfde om met mensen als offline?



Hoe communiceer jij het meeste
met vrienden en familie?
Brieven
Facebook
Whatsapp
Instagram
Twitter
Tiktok
Snapchat
Mail
Bellen
Praten

Slide 4 - Poll

Klassengesprek: Is dit een fijne manier van communiceren? 

Welke manier vind je het fijnste? 
Stelling: Emoji's zijn een goede
manier van communiceren.
😒🙁😐🙂😃

Slide 5 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

2

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:23
Met "open voor interpretatie" wordt bedoeld dat iedereen een emoji anders kan begrijpen. De één ziet een verdrietige emoji, de ander denkt dat het een geschrokken emoji is. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

02:34
Ieder jaar komen er emoji's bij!
In video wordt gezegd dat er 2666 emojis in ons toetsenbord zitten, maar zijn er ondertussen al meer dan 3000! 
Ieder jaar komen er ongeveer 30 bij. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Online omgangsvormen zijn ongeschreven 
regels hoe we netjes op het internet met 
elkaar omgaan. 

Dus in het kort; hoe gaan we vriendelijk met elkaar online.

Deze regels zijn niet heel anders dan hoe wij offline met elkaar omgaan.  

Offline schelden we elkaar niet uit. Online doen we dat dus ook niet. 
Hoe praten we online met elkaar?

Slide 9 - Tekstslide

Trek dan aan de bel

Vraag of ze zich herkennen in deze video.

Wat zijn online omgangsvormen?
A
Hoe we met elkaar omgaan online
B
Gekke gametricks online
C
Snel kunnen typen op het internet
D
Aardig zijn op het internet

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zit er volgens jullie een verschil tussen communiceren 
met je vrienden, familie of school?

Schrijf bij elke vraag een naam op:

Vraag 1: Bij wie gebruik je vooral afkortingen?
Vraag 2: Naar wie stuur je heel veel emojis?
Vraag 3: Bij wie schrijf je je hele zinnen uit?
Vraag 4: Naar wie stuur jij gifjes?
Vraag 5: Wie DM je meestal?
Vraag 6: Wie mail je alleen maar? 




Appen met je vrienden, familie of school

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zit er volgens jullie een verschil tussen communiceren 
met je vrienden, familie of school?

Schrijf bij elke vraag een naam op:

Vraag 1: Bij wie gebruik je vooral afkortingen?
Vraag 2: Naar wie stuur je heel veel emojis?
Vraag 3: Bij wie schrijf je je hele zinnen uit?
Vraag 4: Naar wie stuur jij gifjes?
Vraag 5: Wie DM je meestal?
Vraag 6: Wie mail je alleen maar? 




Appen met je vrienden, familie of school

Slide 12 - Tekstslide

Hier leggen de docenten het uit aan de hand van een voorbeeld
Wie stuur jij een bericht in spreektaal?
En wie stuur jij een bericht in schrijftaal?
Noem meerdere voorbeelden
timer
3:00
timer
3:00

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een bericht in spreektaal en in schrijftaal
Bijvoorbeeld: Vertel dat je kiespijn hebt en waarschijnlijk naar de tandarts moet. 

Spreektaal: Bericht aan Harrie: Wajoow Harrie, dikke vette pijn man. Ik ga echt kapot. 

Schrijftaal: Bericht aan de juffrouw: Beste mevrouw van Zanten, helaas heb ik kiespijn en moet ik om 15:00 naar de tandarts. Ik mis dus de laatste twee lessen. Groetjes, Barrie

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een bericht in spreektaal en in schrijftaal
Bijvoorbeeld: Vertel dat je kiespijn hebt en waarschijnlijk naar de tandarts moet. 

Spreektaal: Bericht aan Harrie: Wajoow Harrie, dikke vette pijn man. Ik ga echt kapot. 

Schrijftaal: Bericht aan de juffrouw : Beste mevrouw van Zanten, helaas heb ik kiespijn en moet ik om 15:00 naar de tandarts. Ik mis dus de laatste twee lessen. Groetjes, Barrie

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Deze les hebben we geleerd wat gezondheid is. Volgende keer aan we het hebben over een gezonde leefstijl
Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Deze les heb ik geleerd...
  • hoe ik op een respectvolle manier kan communiceren met anderen
  • na te denken voordat ik iets typ, deel of verstuur naar mijn vrienden, familie of anderen
  • dat emoticons verschillende betekenissen kunnen hebben en hoe ik ze op de juiste manier gebruik (VB:         +          ) 
  • dat ik mijn taalgebruik moet aanpassen wanneer ik een e-mail of een WhatssApp bericht stuur. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies