woordvolgorde en inversie - oefenen schrijfexamen

Wat gaan we doen / leren?

  • je  leert hoe je een goede zin maakt
  • je leert nieuwe woorden
  • je gaat oefenen in een groepje

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen / leren?

  • je  leert hoe je een goede zin maakt
  • je leert nieuwe woorden
  • je gaat oefenen in een groepje

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

woordvolgorde

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

verschil Nederlands - Engels
Dutch→1st time - 2nd place or the rest.
English→1st place - 2nd time
I have been living in the Netherlands for 3 years.
Ik woon al 3 jaar in Nederland. 
Al 3 jaar woon ik in Nederland. 
Inversion if you start with the time or the place. First verb comes at the 2nd place!



Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

woordvolgorde
onderwerp-1e werkwoord-tijd-plaats-(2e werkwoord)

Ik fiets morgen naar school.
De leerlingen willen vandaag op school een spel spelen.

onderwerp en werkwoord horen bij elkaar!

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

voorbeelden
Angel heeft gisteren een toets gemaakt.
Amelia is drie jaar geleden naar Nederland verhuisd.
Hij is in de kerstvakantie met het vliegtuig naar Australië geweest.
In de kerstvakantie is hij met het vliegtuig naar Australië geweest.
Denk aan inversie!




Slide 5 - Tekstslide

Ook bespreken eerst tijd, dan plaats
woordvolgorde
Bij een vraag komt het werkwoord op de 1e plaats:
1e werkwoord-onderwerp-tijd-plaats-2e werkwoord

Moet  ik morgen naar school fietsen?
 Willen de leerlingen vandaag op school een spel spelen?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Examples sentence with omdat en want (because)

Phillip is a good student because he does his homework on time.

Phillip is een goede leerling, omdat hij op tijd zijn huiswerk maakt.
Phillip is een goede leerling, want hij maakt zijn huiswerk op tijd.
Inversion!


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

geslapen-Ik-tien-uur-heb-tot

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Gisteren - ik - gekocht - heb - een Nederlands woordenboek

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

we - Gaan- - naar het zwembad- volgende week vrijdag?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

ben-jij-op-school-niet-Waarom?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak de zin af.
Ik ben te laat op school, omdat......

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak de zin af.
Ik kan vandaag niet komen, want......

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Speel het spel
  1. Gooi met de dobbelsteen.
  2. In welk vakje kom je? Lees de woorden.
  3. Bedenk de rest van de zin. Let op de goede volgorde. Zeg de hele zin. De andere leerlingen luisteren.
  4. Is de zin goed? Dan is de volgende leerling aan de beurt.
  5. Is de zin niet goed? Zet de pion 2 vakjes terug. Dan is de volgende leerling aan de beurt!


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen!
huiswerk voor woensdag
Maak het werkblad over woordvolgorde.
Extra in het boek:
Werkwoorden A2 blz: 32-61-90-186-230
Woordvolgorde A2 : blz 11-12-21-22-66-99-139-235-236
Zinnen maken A1: blz 109-110-273-274-275
Ook de oefeningen erna maken!



Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies