Stijlstrategie 2: concrete woorden
1. Markeer in je tekst de niet-concrete woorden en de ‘vage formuleringen’ (theorie 7).
2. Bepaal of deze woorden vervangen kunnen worden door concrete formuleringen. Soms kan dat niet: het niet-concrete woord heeft dan een functie. In dat geval: laat het woord staan.
3. Als het wel kan, is de concrete formulering aan te raden.
4. Vage formuleringen zijn soms gewoon overbodig. In dat geval: schrappen.