1.10 Poëzie - beeldspraak (vergelijking en metafoor)

Je pakt je leesboek en gaat lezen.
timer
20:00
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 25 min

Onderdelen in deze les

Je pakt je leesboek en gaat lezen.
timer
20:00

Slide 1 - Tekstslide

In SE1 krijg je
hierover vragen.
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Planning vandaag
  • Stillezen
  • Theorie: 
  • Oefenen met beeldspraak (beeldspraak en metafoor)
  • Gedichten 1.5 'uitvaart' opdrachten maken en bespreken
  • Drillsteroefeningen spelling
  • Huiswerk bespreken

Slide 3 - Tekstslide

Poëzie - beeldspraak (vergelijking en metafoor)

Slide 4 - Tekstslide

Je kamer lijkt wel een kloostercel.
A
vergelijking met verbindingswoord
B
vergelijking zonder verbindingswoord
C
metafoor-in-engere-zin
D
personificatie

Slide 5 - Quizvraag

Metafoor --> Vergelijking
*Vergelijking met verbindingswoord: het beeld en de werkelijkheid (object) worden met elkaar verbonden door 'als', 'van', 'alsof' of een werkwoord, vaak 'is'.
Dat is een dijk (b) van een huis (o).

Slide 6 - Tekstslide

Metafoor --> Vergelijking
*Zuivere metafoor: alleen het beeld (b) wordt gegeven, de werkelijkheid kun je zelf invullen.

Je hebt mij blij gemaakt met een dode mus (b).

Slide 7 - Tekstslide

Metafoor --> Vergelijking
*Personificatie: menselijke eigenschappen worden toegekend aan 'dingen'.

De bladeren van de bomen zwaaien naar mij.




Slide 8 - Tekstslide

Haar hoofd, een biet, stak ze om de deur.
A
vergelijking met verbindingswoord
B
vergelijking zonder verbindingswoord
C
metafoor-in-engere-zin
D
personificatie

Slide 9 - Quizvraag

Hij ging er als een haas vandoor.
A
vergelijking met verbindingswoord
B
vergelijking zonder verbindingswoord
C
metafoor-in-engere-zin
D
personificatie

Slide 10 - Quizvraag

Papier is geduldig.
A
vergelijking met verbindingswoord
B
vergelijking zonder verbindingswoord
C
metafoor-in-engere-zin
D
personificatie

Slide 11 - Quizvraag

Bij een metafoor heb je
A
alleen een beeld
B
een beeld én een object (= de werkelijkheid)
C
altijd een verbindingswoord
D
watte? ik weet het niet meer

Slide 12 - Quizvraag

'IJskoud' - Nielson
Analyseer 'IJskoud' van Nielson op:
- vergelijking met verbindingswoord;
- vergelijking zonder verbindingswoord;
- metafoor-in-engere-zin;
- personificatie.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Ken je een ander nummer waar veel beeldspraak in zit?

Slide 15 - Open vraag

Gedicht: 'Uitvaart'
Wij lezen het gedicht van Jean Pierre Rawie.

--> opdrachten maken.
--> nabespreken opdrachten.

--> rijmschema !

Slide 16 - Tekstslide

Begrippen
Tautologie: Een tautologie bestaat uit twee of meer woorden die hetzelfde betekenen, bijvoorbeeld altijd en eeuwig.

Pleonasme: Een voorbeeld van een pleonasme is een houten boomstam. Houten benoemt iets wat ook al in het woord boomstam besloten ligt.


Slide 17 - Tekstslide

Korte presentatie
Informatie in Teams/ havo Nederlands/ bestanden/ 7. presentatie

Slide 18 - Tekstslide

Werkwoordspelling uitleg + oefenen quiz
Drillsteroefeningen

Leesopdrachten + korte verhaal 'De zakdoek'
Tekst 1.6 opdrachten maken en woordenschat maken

www.cambiumned.nl --> werkwoordspelling / stijl

Slide 19 - Tekstslide

Huiswerk
Maandag 14 oktober a.s.:
  • Tekstverklaring 1.6: 'We zullen winnen en winnen en winnen.'
  • Opdrachten 1.6 maken en Woordenschat opdrachten maken

Vrijdag 16 oktober a.s.:
Meenemen: Poëziebundel en leesboek (bespreken gedicht 1.6)

Slide 20 - Tekstslide