In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
H20 Beeldspraak: Metaforen
Vergelijking
Zuivere metafoor
Slide 1 - Tekstslide
Bij een vergelijking heb je....
A
een object (de werkelijkheid) en een subject (beeld)
B
alleen maar een beeld
C
een kenmerk van een persoon op een levenloos ding
Slide 2 - Quizvraag
Bij een zuivere metafoor heb je....
A
Alleen maar een beeld
B
Een beeld en de werkelijkheid
C
altijd het woordje ALS
D
HUH? watte? weet het niet meer...
Slide 3 - Quizvraag
Wat is geen vergelijking?
A
Zo blij als een kind
B
Zo dood als een pier
C
Zo stoned als een garnaal
D
Zo nu en dan is het rustig
Slide 4 - Quizvraag
Een metafoor
A
is figuurlijk
B
is letterlijk
Slide 5 - Quizvraag
Metaforen
Personificatie
Synesthesie
Slide 6 - Tekstslide
Wat is een voorbeeld van personificatie?
A
Hij is zo sterk als een beer
B
Hij zou haar vast en zeker hebben betaald
C
Heel Nederlands is aan het klussen
D
Papier is geduldig
Slide 7 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van personificatie?
A
de wekker rinkelt in de ochtend
B
het haardvuur maakt een knisperend geluid
C
de telefoon slaapt op het nachtkastje
D
de tandenborstel ligt ongebruikt op de wasbak
Slide 8 - Quizvraag
Bij een personificatie heb je....
A
Alleen maar een beeld
B
Een beeld en de werkelijkheid
C
een kenmerk van een persoon geven aan een levenloos ding
11
Dit wordt getoondin de klassikale leswanneer je op'geef les' klikt.
Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.
Differentiëer
Differentiëer
Extra oefening
Extra uitdaging
Instellingen
Bij een personificatie heb je....
A
Alleen maar een beeld
B
Een beeld en de werkelijkheid
C
altijd het woordje ALS
D
HUH? watte? weet het niet meer...
Quizvraag
11
Dit wordt getoondin de klassikale leswanneer je op'geef les' klikt.
Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.
Differentiëer
Differentiëer
Extra oefening
Extra uitdaging
Instellingen
Bij een personificatie heb je....
A
Alleen maar een beeld
B
Een beeld en de werkelijkheid
C
altijd het woordje ALS
D
HUH? watte? weet het niet meer...
Quizvraag
D
HUH? watte? weet het niet meer...
Slide 9 - Quizvraag
vergelijking
metafoor
personificatie
De storm huilde om het huis.
Hij is zo trots als een pauw op zijn werk.
Die ezel laat zich alweer beetnemen.
Slide 10 - Sleepvraag
Wat is een synesthesie?
A
Menselijke eigenschappen geven aan een levenloos object.
B
Waarnemingen van twee verschillende zintuigen met elkaar gecombineerd
C
Een verzachtende uitdrukking gebruiken
Slide 11 - Quizvraag
Waar of niet waar?
Synesthesie is beeldspraak waarbij twee zintuigelijke indrukken worden tegengesteld.